Beenstanden

In het onderwerp beenstanden wordt er gekeken naar de beenstanden van een paard. Beenstanden kunnen correct zijn maar ook veel ‘fouten’ bevatten. Hier komt onder andere naar voren welke beenstanden gewenst zijn en welke ongewenst. 

De beenstand van een paard heeft veel invloed op verschillende aspecten van zijn beweging. Wanneer je de beenstand gaat beoordelen is het belangrijk dat het paard op een vlakke en het liefst harde ondergrond staat en dat hij vierkant staat. Dat wil zeggen dat zowel de voor- als de achterbenen naast elkaar staan onder het lichaam. De beenstanden worden van de voor-, de achter- en de zijkant beoordeeld. De beenstanden zijn van invloed op de volgende aspecten:

  • de ruimte in de beweging

  • het gemak van de beweging

  • soepelheid van de beweging

  • het uithoudingsvermogen

  • de snelheid van het beenwerk

Afwijkende beenstanden hebben niet alleen invloed op de beweging van het paard, een afwijkende beenstand kan ook overbelasting of ongelijke belasting veroorzaken aan pezen, banden en gewrichten. Hierdoor kunnen deze sneller slijten en kunnen er blessures ontstaan.

Gewenste beenstand

Een ideale stand van de benen zien we bijna nooit, het is slechts een richtlijn om aan te geven hoe de perfecte beenstand van een paard eruit ziet. Een afwijking hoeft niet per definitie een foute stand te betekenen. Het gaat erom hoe extreem de beenstand afwijkt van de ideale stand om vast te stellen of het paard hier veel last van ondervindt.

Een paard hoeft niet altijd met een afwijking geboren te zijn, deze kan ook ontstaan door bijvoorbeeld slechte hoefverzorging.

Op de afbeelding hiernaast zien we een paard met vanaf zijaanzicht een gewenste beenstand: vanuit de schouder kun je een lijn trekken die recht door de knie en koot doorloopt en eindigt tegen de achterkant van de hoef aan. Bij het achterbeen wordt de lijn getrokken vanaf de zitbeenknobbel en loopt het pijpbeen hier parallel aan.

De andere afbeeldingen laten de gewenste beenstand bij de voorbenen van vooraanzicht en bij de achterbenen van achteraanzicht zien. Bij de voorbenen wordt een lijn getrokken vanuit de boeg van het paard en loopt deze recht naar beneden door het midden van de benen. Tussen de hoeven is een ruimte van ongeveer een hoefbreedte.

Bij de achterbenen zien we weer twee lijnen die recht naar beneden zijn getrokken, deze beginnen bij de zitbeenknobbels en gaan recht naar beneden midden door de benen heen. Ook bij de achterbenen kun je zien dat de ruimte tussen de hoeven een hoefbreedte is.

Afwijkende beenstanden

De belangrijkste afwijkingen die je bij de voorbenen van vooraanzicht kunt beoordelen zijn de volgende:

Het achterbeen van het paard kun je vanaf het achteraanzicht beoordelen, hierbij zijn de volgende beenstanden te onderscheiden:

Wanneer je naar deze afwijkingen kijkt, is het belangrijk vooral naar de rechte lijn te kijken (recht voor het paard dus), dan zie je het snelst vanaf waar de paarden een afwijking hebben.

Beoordeel je de benen vanaf zijaanzicht dan volg je de lijn zoals deze is uitgelegd bij de normale beenstand, dit is namelijk de gewenste. Op de onderstaande afbeeldingen zijn de volgende beenstanden aangegeven, aan het voorbeen:

en aan het achterbeen:

Deze lijken extreem te zijn weergegeven, maar in de praktijk komen zulke paarden wel degelijk voor.

Gevolgen van afwijkende beenstanden

Zoals gezegd hebben afwijkende beenstanden gevolgen voor het paard, deze zie je namelijk terug in de beweging van het paard en in de slijtage van gewrichten. In de onderstaande afbeeldingen worden drie verschillende soorten van lopen getoond waarbij A een normale manier van lopen is, B een maaiende en C een scheppende.

A. Met de ‘normale’ manier van lopen wordt de gewenste manier van bewegen bedoeld.

B. De maaiende manier van bewegen is een gevolg van de toontredende of O-benige stand. Wanneer een paard beweegt met een maaiende beweging ontstaat er meer slijtage in de gewrichten en is er ook meer kans op strijken.

C. De scheppende manier van bewegen is een gevolg van de franse of X-benige stand. Ook bij deze manier van beweging ontstaat er meer slijtage in de gewrichten en is er kans op strijken.


Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl