Harnachement

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar het harnachement, wat voor soorten harnachement je tegen komt en wat de werking is. Harnachement is een verzamelnaam voor al het tuig dat we voor paarden gebruiken. In dit onderwerp komt dan ook aan bod welke soorten harnachement veel gebruikt wordt en wat hiervan de werking is. Ook krijg je informatie over hoe je kunt zien of harnachement goed past bij het paard. 

Het zadel

Er zijn enorm veel verschillende zadels doordat in elke tak van de sport een eigen type zadel wordt gebruikt. Zo heb je springzadels, dressuurzadels, veelzijdigheidzadels, westernzadels, racezadels et cetera. De belangrijkste functie van het zadel is simpel gezegd de zitplaats voor de ruiter/amazone. Hoewel er veel verschillende type zadels zijn, zijn deze allemaal opgebouwd uit dezelfde onderdelen. Het is dan ook belangrijk om deze onderdelen goed te kennen. Hieronder vind je een afbeelding waarin de namen van deze standaard onderdelen staan aangegeven. De grootte of vorm van de genoemde onderdelen kan per type zadel verschillen.


1. Stijgbeugelhaak                                                                                                         11. Onderste zweetblad

2. Stijgbeugelriem                                                                                                          12. Singel

3. Stijgbeugel                                                                                                                  13. Zadelrok(je)

4. Beugelrubber, beugelblokje                                                                                       14. Lepel

5. Bovenste zweetblad                                                                                                   15. Kniestuk

6. Zitting, zitvlak                                                                                                             16. Kamer

7. Achterboom                                                                                                               17. Kniewrong

8. Stotenklepje

9. Kussens

10. Singelstoten


Zoals gezegd is er voor iedere tak van de sport een ander type zadel. De meest voorkomende zadels zijn het springzadel, het veelzijdigheidszadel en het dressuurzadel. Deze verschillende zadels hebben de volgende kenmerken:

  • Dressuurzadel: lang en recht zweetblad.

  • Springzadel: zweetbladen zijn kort en ver naar voren gebouwd, daarnaast heeft deze een plattere lepel.

  • Veelzijdigheidszadel: er zijn twee verschillende veelzijdigheidszadels, een richting het springen en een richting de dressuur. Een veelzijdigheidszadel ligt qua kenmerken tussen het spring en het dressuurzadel in en is geschikt voor beide disciplines.


Dressuurzadel
Springzadel
Veelzijdigheidszadel


Het hoofdstel

De belangrijkste functie van het hoofdstel is het op zijn plaats houden van het bit. Net zoals bij het zadel is het hoofdstel opgebouwd uit verschillende onderdelen. De onderdelen hebben elk een eigen functie. Deze functies worden later beschreven. Van een aantal onderdelen zijn weer verschillende types. Zo zijn er bijvoorbeeld veel verschillende soorten neusriemen en bitten.

De onderdelen van het hoofdstel

1. Kopstuk

2. Bakstuk

3. Keelriem

4. Frontriem

5. Neusriem

6. Bit

7. Teugel

8. Knevel


Neusriem

De neusriem heeft invloed op de werking van het bit. Zo voorkomt de neusriem dat het paard zijn mond kan openen tijdens het rijden en dat het paard zijn tong over het bit heen legt. Voornamelijk zorgt de neusriem voor een stabielere ligging van het bit in de mond van het paard.

Kopstuk

Aan het kopstuk worden zowel de keelriem als de bakstukken bevestigd. Het kopstuk loopt achter de oren van het paard langs. Het hoofdstel hangt hier als het ware aan.

Frontriem

De frontriem zorgt ervoor dat het hoofdstel niet naar achteren kan schuiven. Belangrijk is dat deze ruim genoeg is omdat er anders teveel druk van het kopstuk op de oren kan ontstaan.

Bakstuk

De bitringen worden aan het bakstuk bevestigd vanaf het kopstuk. Belangrijk is dat de bakstukken niet te lang of te kort zijn omdat anders het bit verkeerd in de mond komt te liggen.

Keelriem

De keelriem zorgt ervoor dat het hoofdstel niet naar voren kan zakken. Wanneer de keelriem te kort is stoort deze het paard, is hij te lang dan verliest hij zijn functie. De regel is dat er een rechtopstaande vuist tussen de keelriem en de kaak van het paard moet passen.

Teugels

De teugels vormen de verbinding tussen de ruiterhand en het bit. Hierdoor is de ruiter in staat door middel van het bit in te werken in de mond van het paard.

Bit

Het bit werkt in op de mond van het paard. Er zijn veel verschillende soorten bitten, hierover kun je meer lezen verderop in dit hoofdstuk.

Knevel

De knevel zit aan de teugel. Deze heeft maar één functie: het zorgt ervoor dat de ringen van de martingaal niet tegen het bit aan kunnen schuiven/tikken.

Sperriem

De sperriem is onderdeel van een gecombineerde neusriem. Deze loopt voor de bitringen langs en zorgt voor een stabielere ligging van het bit. Verder zorgt deze ervoor dat het paard zijn mond niet open kan doen tijdens het rijden. De mond wordt als het ware ‘gespert’ om hem verder open te doen.

Soorten neusriemen

Er zijn oneindig veel soorten neusriemen, de meest voorkomende worden hier behandeld.

Africhtingsneusriem/Lage neusriem

De lage neusriem wordt laag op de neus van het paard bevestigd en loopt onder de bitringen door. Een voordeel hiervan is dat de bitringen vrij liggen. Daarnaast wordt deze neusriem veel gebruikt bij jonge paarden omdat er ook een mogelijkheid is om de teugels aan de neusriem te bevestigen in plaats van aan het bit. Op deze manier wordt de druk van de teugel verdeeld over de mond en de neus van het paard. Een lage neusriem geeft over het algemeen wel meer druk achter de oren van het paard.

Engelse/Hoge neusriem

De hoge neusriem wordt twee vingers onder het jukbeen bevestigd. Een voordeel van de hoge neusriem is dat deze de ademhaling van het paard niet belemmert en daardoor strakker kan worden bevestigd. Daarnaast creëert deze bij veel paarden een mooiere profiellijn. Een nadeel is dat deze het bit niet zo goed op de plaats houdt als bijvoorbeeld de lage neusriem. Ook heeft het paard meer bewegingsvrijheid om zijn mond te openen en zijn tong over het bit te leggen.

Gecombineerde neusriem

De naam van de gecombineerde neusriem zegt het al, deze neusriem is eigenlijk een combinatie van de hoge en de lage neusriem. De neusriem bestaat uit een hoge neusriem met daaraan een lusje waarmee de sperriem bevestigd wordt, die hier de functie van de lage neusriem vervult. Mits de sperriem niet te strak wordt aangetrokken, biedt ook deze neusriem veel ademhalingsvrijheid voor het paard. Bij de gecombineerde neusriem is het niet mogelijk de teugels aan de neusriem te bevestigen, zoals bij de lage neusriem.

Mexicaanse neusriem

Bij deze neusriem zijn er twee leren riempjes die kruislings over de neus lopen en in het midden bij elkaar komen. Hier ontstaat het drukpunt. Een groot verschil tussen de Mexicaanse neusriem en de eerder beschreven neusriemen is dat bij deze de druk maar op een heel klein punt wordt uitgeoefend. Hierdoor werkt deze ‘scherper’ in wanneer het paard bijvoorbeeld zijn mond wil openen. Een voordeel van deze neusriem is dat deze veel ademhalingsvrijheid biedt.


Soorten bitten

Er zijn oneindig veel bitten, elk van verschillende materiaal of met een verschillende inwerking. De meest voorkomende bitten worden hieronder uitgelegd.

Bitringen

Bustrens

De bitringen zijn aan het mondstuk bevestigd door middel van ‘busjes’. Op deze manier zijn de mondhoeken van het paard beter beschermd en heb je weinig kans op wondjes. Doordat het mondstuk vastzit aan de bitring, ligt het mondstuk stil in de mond. Wel wordt iedere beweging van de teugel als hulp overgebracht in de mond.

Watertrens

Bij de watertrens zijn gaten in het mondstuk geboord waar de bitringen doorheen zijn gehaald. Doordat de bitringen bewegelijk zijn, is er kans dat er kleine wondjes rond de mond van het paard ontstaan. Daarnaast is het bit, doordat het zo bewegelijk is, ook minder stil in de mond. Toch kunnen door de bewegelijke bitringen kleine teugelbewegingen worden opgevangen welke niet doorkomen in het mondstuk.

D-trens

De bitring in de vorm van een D zorgt ervoor dat het mondstuk rustig in de mond van het paard ligt. Door de grote bitringen wordt het oppervlak van de inwerking op de wangen groter. Door middel van een D-trens werk je dus meer in op de wangen en niet alleen in de mond.

Kneveltrens

Bij een kneveltrens zijn de bitringen een stuk groter dan bij de andere bitringen. De werking van een kneveltrens is hetzelfde als de werking van een D-trens, namelijk een groter inwerkingsoppervlak op de wangen. Bij de kneveltrens is dit oppervlak echter groter dan bij de D-trens.


Mondstukken

Naast bitringen, zijn er ook verschillende mondstukken. Deze mondstukken hebben allemaal weer een andere manier van inwerken. 

Enkelgebroken

Het mondstuk bestaat uit twee delen die door middel van een scharnier met elkaar zijn verbonden. Door de brugvorming ligt dit mondstuk niet direct op de tong, in rust ligt deze voornamelijk op de mondhoeken en het gehemelte. Wanneer er druk op de teugels ontstaat zal deze druk vergroten. Op de afbeeldingen hieronder zijn een enkelgebroken watertrens (bovenste) en een enkelgebroken bustrens (onderste) afgebeeld.

Dubbelgebroken 

Het mondstuk van een dubbelgebroken bit bestaat uit drie delen die middels twee scharnierpunten met elkaar zijn verbonden. Dit mondstuk werkt meer in op de tong en de lagen. Een dubbelgebroken mondstuk ligt ook minder stil in de mond, maar de ruiter is in staat om zowel links als rechts onafhankelijk in te werken.

Ongebroken

Deze wordt vaak verward met een stang. Een ongebroken mondstuk werkt voornamelijk in op de tong en de lagen en ligt stil in de mond, maar een eenzijdige inwerking in de mond is niet mogelijk.

Overige bitten

Naast de meest voorkomende basisbitten, zijn er nog een aantal bitten dat je vaak tegen zult komen. Dit zijn de volgende:

Pessoabit

Een pessoabit is een veel voorkomend bit met verschillende ringen onder de bitring. Deze ringen vormen een hefboom. Een hefboomwerking maakt dat je hulp wordt versterkt. Afhankelijk van hoever de ringen van de bitring zijn verwijderd, wordt de kracht waarmee je de hulp geeft, meer of minder vergroot.

Pelham

Net als het pessoabit functioneert de pelham door middel van de hefboomwerking. De pelham heeft echter vaste scharen waardoor je niet kunt variëren in de scherpte van de inwerking. Een ander verschil tussen beide bitten is de kinketting die bij de pelham gebruikt wordt. De kinketting oefent druk uit onder de kin van het paard.

Stang en trens

De stang en trens is een combinatie van een dressuurstang met een trens. Je ziet bij een stang en trens ook altijd twee teugels, zodat de ruiter de inwerking van beide onderdelen individueel (apart) kan controleren. Een stang werkt door middel van een hefboomwerking. Een stang en trens bit mag worden gebruikt in de dressuursport vanaf Z1 niveau.

Hulpteugels

Er zijn verschillende soorten hulpteugels, elk met zijn eigen doel en inwerking. Ook van de hulpteugels worden de meest voorkomende beschreven.

Martingaal

De martingaal wordt bevestigd door een riem om de hals van het paard. Aan deze riem zit een lange riem die wordt bevestigd aan de singel en er zijn twee kleine riempjes die aan de teugels worden bevestigd. De martingaal zorgt ervoor dat een paard zijn hoofd niet te hoog in de lucht kan gooien. Afhankelijk van de lengte van de riempjes kan het paard zijn hoofd hoger of minder hoog plaatsen. Wanneer een paard wel zijn hoofd omhoog doet, hebben de riempjes een neerwaartse inwerking op de teugel waardoor er ook een neerwaartse inwerking op het bit ontstaat.

Thiedemann-teugel

Een thiedemann-teugel is eigenlijk een combinatie van een slofteugel en een martingaal. Net als bij de martingaal heeft deze teugel een riem die aan de singel vast zit en verderop uitloopt in twee kleine riempjes. Waar deze riempjes bij de martingaal om de teugel heen gaan, worden de riempjes bij de de Thiedemann-teugel door het bit gehaald en aan de teugel vastgeklikt. Hierdoor ontstaat de inwerking van een slofteugel, maar wordt de mate van inwerking niet meer bepaald door de ruiterhand.

Halsverlenger

De halsverlenger, ook wel elastiek genoemd, loopt van achter de oren, gaat vervolgens door de bitringen en wordt aan de singel bevestigd. Deze nodigt het paard uit voorwaarts neerwaarts zijn hals te strekken omdat dan de meeste druk wordt weggenomen. Brengt het paard zijn hoofd omhoog dan oefent deze hulpteugel druk uit achter de oren en in de mondhoeken van het paard. Een voordeel is dat elastiek ‘mee veert’ en dat een paard hierdoor zijn hoofd in een panieksituatie wel omhoog kan doen.


Stootteugel

De stootteugel zorgt ervoor dat een paard zijn hoofd niet verder omhoog kan doen dan de teugel toelaat. Door middel van een verbinding zorg je ervoor dat hij op beide bitringen inwerkt. Je ziet echter ook wel eens dat mensen de teugel bevestigen aan de neusriem, zodat de druk op de neus wordt vergroot in plaats van in de mond.

Gogue en chambon

De chambonteugel wordt zowel tijdens het rijden als longeren als hulpteugel gebruikt. De chambon bestaat uit een extra kopstuk dat met gespjes aan het hoofdstel vast gemaakt wordt achter de oren. Aan beide kanten van dit kopstuk zit een riempje dat eindigt in een ring. Door deze ringen loopt een touwtje. Het ene uiteinde wordt met een clipje op de bitring gehaakt, er loopt dus een touwtje langs de kaak van het paard omhoog. Het andere uiteinde gaat over in een leren riem die tussen de voorbenen van het paard wordt vastgemaakt. De chambon nodigt het paard uit tot het voorwaarts-neerwaarts strekken van de hals. Als het paard het hoofd omhoog brengt, dan oefent deze hulpteugel druk uit op de mondhoeken en achter de oren. De gogue is praktisch hetzelfde als de chambon, alleen wordt het uiteinde van het touwtje niet op de bitring geclipt, maar loopt het door de bitring heen terug naar de leren riem, zodat een driehoek wordt gevormd. Hierdoor wordt het voorwaarts strekken beperkt, het paard moet ronder worden. De gogue wordt vooral gebruikt bij het longeren.

Bijzetteugel

Een bijzetteugel is een directe verbinding tussen de singel en het bit, vaak met een elastische rubberen ring er tussen. De inwerking is afhankelijk van hoe hoog de bijzetteugel aan de singel wordt vastgemaakt. De rubberen ring zorgt voor enige elasticiteit in de verbinding met de mond.

Pessoatuig of Pessoateugel

De Pessoa hulpteugel is bedoeld voor het longeren en niet geschikt om mee te rijden. De teugel loopt via het bit en de longeersingel ook achter de achterhand langs en oefent zo invloed uit op het hele paardenlijf, niet alleen op de hoofd-/halshouding. De pessoateugel zorgt voor een goed achterbeen- en ruggebruik, zo ontstaat er een fijne aanleuning. Als het paard 'tegen de hand' komt en dus de neus naar voren of omhoog brengt (en dan automatisch ook de rug wegduwt), trekt het paard zijn eigen achterhand er onder, waardoor de rug bol wordt en het paard weer omlaag komt en ontspant.

Longeerhulp

Een longeerhulp helpt het paard bij het longeren in een ontspannen houding te lopen. Het paard wordt uitgenodigd in voorwaarts-neerwaartse houding te lopen. Het is gemaakt van zacht katoen om schuurplekken te voorkomen. De longeerhulp is gemakkelijk in gebruik en snel te verstellen door middel van de schuifjes aan de uiteinden.

Touwtjes

Touwtjes kunnen gebruikt worden tijdens het longeren maar wordt in sommige gevallen ook tijdens het rijden gebruikt. Touwtjes kunnen zeer exact af worden gesteld en zijn van licht materiaal gemaakt. Hierdoor kan het paard ook een lichte verbinding aannemen. Touwtjes kunnen op allerlei verschillende manieren worden gebruikt om het paard bij te zetten. Hoe hoger de touwtjes, hoe meer oprichting van het paard gevraagd wordt, hoe lager de touwtjes (of zelfs tussen de benen door), hoe meer het paard wordt uitgenodigd voorwaarts-neerwaarts te lopen.

Slofteugel

De slofteugel hoort eigenlijk niet thuis in het rijtje van hulpteugels. Dit komt omdat de slofteugel niet vast is te stellen en je als ruiter continu de controle behoudt. Omdat de slofteugel wel veel voorkomt, wordt deze besproken, maar wees je ervan bewust dat je niet over een hulpteugel spreekt wanneer je het hebt over de slofteugel. De slofteugel is een lange riem. Deze loopt van de ruiterhand naar de bitringen en wordt vervolgens bevestigd aan het zadel. Dit kan zowel tussen de voorbenen als aan de zijkant van het zadel, afhankelijk van de gewenste inwerking. Wanneer een ruiter met een slofteugel rijdt, heeft deze dus twee paar teugels vast. Als de slofteugel strakgetrokken wordt, dan wordt het hoofd van het paard naar beneden gedwongen. Hiervoor is de slof niet bedoeld, net als de martingaal begrenst deze het opwaarts brengen van het hoofd. Een groot verschil tussen de slofteugel en de martingaal is dat je bij een slofteugel tijdens het rijden deze toegestane hoogte kunt aanpassen.

Borsttuig

Een borsttuig wordt vaak verward met een martingaal omdat je hier ook een martingaal aan kunt bevestigen (zoals op de foto hieronder afgebeeld een combinatie). Echter heb je bij een borsttuig geen riem die om de hals heen gaat, maar wordt deze bevestigd aan het zadel. Op deze manier kan het zadel niet naar achteren schuiven tijdens het rijden en blijft deze beter op de plek liggen.


Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl