Opdrachten

Op deze pagina vind je alle opdrachten die bij het vak basisverzorging horen. Sommige opdrachten zijn verschillend per niveau. Dit staat dan ook bij de opdracht aangegeven.

Opdracht: Evolutie

Niveau 2:

Je gaat een tijdlijn van de evolutie van het paard maken. Deze opdracht kan individueel of in tweetallen gemaakt worden. Begin bij het oudste paard en eindig bij het paard nu (het huidige paard). Schrijf bij de verschillende paarden de kenmerken op.

Benodigdheden:

  • A3 papier
  • Stiften/potloden
  • Informatie evolutie


Niveau 3 & 4:

Maak een tijdlijn van de evolutie van het paard. Begin bij het oudste paard en eindig bij het paard nu.
Schrijf bij de tijdlijn per dier het volgende;

  • Het tijdperk

  • De uiterlijke kenmerken van het dier

  • De levensstijl van het dier (denk aan sociaal contact, voeding, etc.)


Benodigdheden:
  • A3 papier
  • Stiften/potloden
  • Informatie evolutie


Opdracht: Zintuigen

Niveau 2:

Je maakt deze opdracht individueel. Net als de mens heeft een paard zintuigen. 

  • Beschrijf de 5 zintuigen van het paard
  • Schrijf daarbij minstens 2 kenmerken per zintuig op


Niveau 3 & 4:

Je maakt deze opdracht individueel. Net als de mens heeft een paard zintuigen.

  • Beschrijf de 5 zintuigen van het paard
  • Leg uit wat de functie is van deze 5 zintuigen


Opdracht: Poetsen

Niveau 2:

Je haalt je paard uit de wei om te gaan rijden en je ziet dat hij lekker heeft liggen rollen. Hij is behoorlijk vies en heeft een goede poetsbeurt nodig. Hoe ga je te werk?

  • Beschrijf stapsgewijs hoe je gaat poetsen

  • Beschrijf welke borstels je gebruikt en in welke volgorde

  • Beschrijf ook op welke delen van het lichaam je sommige borstels wel of juist niet mag gebruiken

Je maakt deze opdracht individueel.


Niveau 3 & 4:

Je haalt je paard uit de wei om te gaan rijden en je ziet dat hij lekker heeft liggen rollen. Hij is behoorlijk vies en heeft een goede poetsbeurt nodig. Hoe ga je te werk?
  • Beschrijf stapsgewijs hoe je gaat poetsen

  • Beschrijf welke borstels je gebruikt en in welke volgorde

  • Beschrijf ook op welke delen van het lichaam je sommige borstels wel of juist niet mag gebruiken

  • Geef 3 redenen waar het poetsen van je paard goed voor is


Je maakt deze opdracht individueel.


Opdracht: Toiletteren

Niveau 2, 3 & 4:

Jullie krijgen van de docent een werkblad toiletteren. Dit werkblad ga je in tweetallen invullen.

  • Je gaat per onderdeel beschrijven hoe je dit gaat ‘toiletteren’
  • Je schrijft ook het materiaal op dat je gebruikt


Opdracht: Dekens

Niveau 2, 3 & 4:

Er zijn veel verschillende soorten dekens met ieder zijn eigen functie. Je gaat individueel onderstaand schema invullen. Per dekensoort geef je aan wat de functie is, van welk materiaal het gemaakt is en wanneer je de deken gebruikt (welke (weers)omstandigheden). 


Opdracht: Scheermodellen

Niveau 2, 3 & 4:

Je ontvangt van de docent een werkblad met verschillende scheermodellen daarop afgebeeld. Deze opdracht kan zowel individueel gemaakt worden als in tweetallen.

  • Zet de juiste naam van de scheermodellen bij de afbeeldingen
  • Schrijf bij ieder scheermodel een voordeel en een nadeel op


Opdracht: Neusriemen en bitten

Niveau 2:

Je ontvangt van de docent een werkblad met daarop verschillende neusriemen en bitten afgebeeld. 

  • Zet de juiste namen bij de afbeeldingen

Deze opdracht wordt individueel gemaakt.

Niveau 3 & 4:

Je ontvangt van de docent een werkblad met daarop verschillende neusriemen en bitten afgebeeld.

  • Zet de juiste namen bij de afbeeldingen
  • Beschrijf de (in)werking die deze neusriemen en bitten hebben
Deze opdracht wordt individueel gemaakt.


Opdracht: Exterieur

Niveau 2, 3 en 4:

Je ontvangt van de docent een werkblad met daarop plaatjes van de anatomie en exterieur van het paard. Je gaat bij de nummers de juiste namen van de onderdelen zetten. 

Deze opdracht kan zowel individueel als in tweetallen gemaakt worden.


Opdracht: Beenstanden

Niveau 2, 3 & 4:

Je ontvangt van de docent een werkblad met daarop verschillende beenstanden afgebeeld. Je gaat de juiste namen bij de beenstanden invullen. Deze opdracht maak je individueel.

Naderhand wordt deze opdracht klassikaal besproken

Opdracht: Gangen

Niveau 2, 3 & 4:

Je gaat het werkblad gangen invullen. Door bolletjes in te kleuren teken je de beenzetting van de desbetreffende gang. De opdracht doe je individueel. Na afloop wordt de opdracht klassikaal besproken.

Opdracht: Aftekeningen

Niveau 2,3 & 4:

Je gaat het werkblad aftekeningen invullen. Dit werkblad bevat zowel aftekeningen van het hoofd als van de benen. Vul de juiste namen bij de aftekeningen in. De opdracht maak je individueel.

Opdracht: Beenbescherming

Niveau 2, 3 & 4:

Er zijn verschillende soorten beenbescherming. Kies drie soorten beenbescherming die je gaat beschrijven:

  • Beschrijf de functie van de beenbescherming
  • Beschrijf welke delen van het been deze beenbescherming beschermt

Deze opdracht maak je individueel.



Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl