Verzorging
Om een paard goed te verzorgen zijn er verschillende handelingen die je moet kunnen verrichten. Met het verzorgen bedoelen we namelijk niet alleen het poetsen van je paard, maar ook hoefverzorging, toiletteren en dekens passen. Verder is het niet alleen belangrijk dat je de handelingen kunt verrichten, maar moet je ook kennis hebben van de veiligheidsaspecten waar je rekening mee moet houden.
Poetsen
Je poetst een paard niet alleen omdat je wilt dat hij er schoon uit ziet. Poetsen is ook belangrijk voor je paard. Tijdens het poetsen van een paard doe je eigenlijk meteen een gehele lichaamscheck en zie je of het paard misschien wondjes heeft. Daarnaast is een schone huid voor het paard belangrijk omdat deze minder jeukt, beter isoleert en de weerstand tegen huidinfecties vergroot. Ook is het poetsen een fijne massage voor het paard en stimuleer je er de bloedsomloop mee. En tevens kan je met het poetsen ook een band opbouwen met je paard. Voor het poetsen van een paard wordt over het algemeen een vaste volgorde gehanteerd. De volgorde is van belang om zo effectief mogelijk te poetsen. Hieronder wordt deze volgorde besproken.
Hoevenkrabber
Het poetsen sluit je af met het uitkrabben van de hoeven. In het vorige hoofdstuk staat al omschreven waarom de hoeven zo belangrijk zijn voor een paard, en daarnaast staat hij hier de hele dag op dus mogen ze het paard geen pijn doen. Hoeven krabben is dus van groot belang. Tijdens het uitkrabben van de hoeven haal je vuil weg zodat de straal schoon blijft. Daarnaast gebeurt het wel eens dat je paard in de wei op een steentje heeft gestaan en dat deze nog vast zit in de hoef. Deze kan gaan knellen en daarom is het belangrijk dat je de hoeven elke dag uitkrabt. In sommige gevallen begin je met het uitkrabben van de hoeven. Op sommige stallen willen ze namelijk dat je dit doet voordat je het paard uit zijn stal haalt zodat het terrein schoon blijft.
Roskam
De roskam kan gemaakt zijn van plastic of ijzer. De roskam is niet zozeer bedoeld om je paard mee te poetsen, maar om je andere borstels mee schoon te maken. Als je met de roskam je andere borstels schoonmaakt zie je vaak allemaal haren, vuil en stof uit de borstels komen: dat gruisgekleurde stof noem je huidvet, en is niets ergs. Daarnaast wordt de roskam in praktijk nog wel eens gebruikt om paarden die erg verharen uit hun wintervacht te helpen. Een roskam heeft namelijk tandjes die ervoor zorgen dat een lange en dikke wintervacht makkelijker loskomt. Let op: het gebruik op een paard zonder dikke wintervacht of bij gevoelige delen van het lijf kan zeer pijnlijk zijn voor het paard.
Rosborstel
Wanneer je een paard gaat poetsen begin je met de rosborstel, dit kan zowel een rubberen als een stalen zijn. De rosborstel gebruik je altijd in een cirkelbeweging en je werkt altijd van voor (hoofd) naar achteren (kont). Tijdens het poetsen met een rosborstel stimuleer je de doorbloeding van de huid. Daarnaast levert het poetsen met een rosborstel je veel informatie op over de spieren, bijvoorbeeld door de reactie van het paard op de rosborstel. Duikt je paard weg, krimpt hij ineen of reageert hij boos, dan is dat een teken dat hij ergens last van heeft. Zo kun je spierpijn na bijvoorbeeld een heftige training snel ontdekken en kun je hier op anticiperen. Wanneer jouw paard heftig reageert tijdens het borstelen van de rug, dan kan dat duiden op een niet goed passend zadel.
Harde borstel
De volgende stap is het poetsen met een harde borstel. Met de harde borstel poets je het losse zand weg dat je met de rosborstel hebt losgemaakt. Ook verwijder je hiermee losse haren, mest en oud zweet.
Zachte borstel
De zachte borstel is de finishing touch voor het lichaam van het paard. Hiermee poets je de laatste resten zand en losse haartjes weg. Daarnaast gebruik je de zachte borstel ook voor de gevoelige lichaamsdelen van het paard, namelijk het hoofd en de benen. Let er tijdens het poetsen van het hoofd op dat je niet alle losse haren, stof en zand in de ogen van het paard poetst. Daarnaast is het belangrijk om tijdens het poetsen van de benen de conditie van de benen te bekijken. Paardenbenen zijn enorm gevoelig voor blessures en daarom is het belangrijk dat je deze elke dag in de gaten houdt, zodat je er bij een blessure op tijd bij bent. Blessures aan de benen kun je herkennen door kreupelheid, verdikkingen en door het waarnemen van kou of warmte aan de verdikking.
Wollen doek of poetshandschoen
Een wollen doek of poetshandschoen van schapenwol wordt vaak gebruikt nadat alle voorgaande borstels zijn geweest. Het gebruik van een wollen doek zorgt ervoor dat de vacht gaat glimmen en de laatste stofdeeltjes van de vacht verdwijnen.
Staart- en manenborstel
Wanneer je helemaal klaar bent met het poetsen van het lichaam van je paard, kun je de staart en manen nog poetsen met een speciale staart- en manenborstel. Deze borstel heeft een grove structuur waardoor de staart en manen zoveel mogelijk gespaard blijven. Borstel de staart altijd zo voorzichtig mogelijk, de staart is van groot belang voor je paard omdat hij deze nodig heeft om insecten weg te halen.
Wist je dat?
Paarden manen hebben als bescherming tegen katachtige dieren? Wanneer deze het paard aanvallen, grijpen zij niet in de huid van het paard, maar in zijn manen. Op deze manier raakt hij niet verwond als hij de katachtige weet af te werpen. In gevangenschap kun je dus gerust de manen trekken of in een sportmodel knippen zonder dat je paard hier last van heeft. |
Hoefverzorging
Onder hoefverzorging valt niet alleen het uitkrabben van de hoeven. Je kunt de hoeven ook (in)vetten. Om te weten wanneer je dit doet, is het handig om te weten dat zuurstof en water/vocht belangrijk zijn voor de hoef.
Uitkrabben van de hoef
Het uitkrabben van de hoef en eventueel uitborstelen zorgt ervoor dat er geen steentjes of viezigheid in de hoef kunnen achterblijven. Kleine steentjes in de straalgroeven kunnen namelijk zorgen voor veel ongemak bij het paard. Belangrijk om te weten is dat het uitkrabben van de hoef altijd gebeurd met de hoevenkrabber naar beneden gericht. Dit zorgt ervoor dat je niet per ongeluk kunt uitschieten in gevoelige delen van de hoef. Je houdt de hoevenkrabber dus vast zoals op het plaatje hiernaast. Om goed te weten waar je precies uit moet krabben is het ook van belang om de basisanatomie van de hoef te kennen. In het onderstaande plaatje staan de belangrijkste onderdelen van de hoef aangegeven.
Hoevenvet
Hoevenvet sluit de hoef af. Door het vet kan er namelijk geen water meer in of uit de hoef komen. Water is echter wel belangrijk voor de hoef. Om hoevenvet efficiënt in te zetten is het belangrijk dat je deze alleen gebruikt op een natte hoef. In de zomer verdampt het water dat je net op de hoef hebt gespoten snel. Je kunt er dan hoevenvet overheen smeren zodat het water dat je op de hoef hebt gespoten niet kan verdampen en dus wel in moet trekken. Op deze manier droogt de hoef minder snel uit.
Hoeventeer
Hoeventeer kan eventueel ook worden gebruikt. Hoefteer wordt aan de onderkant van de hoef gesmeerd en maakt de straal en de zool harder en dus sterker. Dit komt doordat teer de hoef afsluit voor vuil, bijvoorbeeld in een vieze stal. Het gevaar van teer is dat eventuele bacteriën ook worden opgesloten in de hoef en deze daardoor de kans krijgen om zich uit te breiden. De werking van hoefteer is minder goed dan men eerder dacht. Om de laatste genoemde reden wordt hoefteer dan ook niet frequent gebruikt. Hoefteer wordt soms wel gebruikt bij een aandoening als rotstraal, maar daarover leer je meer tijdens het vak ‘Hoefziektes’.
Toiletteren
Door middel van toiletteren zorgen we ervoor dat het paard er representatief uit ziet. Je zult hier dus gebruik van maken als je met je paard naar een wedstrijd of keuring wilt gaan. Met toiletteren bedoelen we het volgende:
-
Manen trekken
-
Manen knippen
-
Opscheren of opknippen van het hoofd
-
Opscheren of opknippen van de benen
-
Bijwerken van de staart
-
Bijwerken van het derde oor
Voordat je kunt beginnen met toiletteren moet je jezelf bewust zijn van zowel je eigen veiligheid, als die van het paard. In de meest ideale situatie zet je het paard vast op een was- of poetsplaats waar je aan beide kanten van het halster een touw bevestigt. Als je hier geen mogelijkheid toe hebt, kun je natuurlijk ook iemand vragen om het paard voor je vast te houden. Zorg er verder voor dat je voldoende ruimte hebt, zodat je ruim om je paard heen kunt lopen. Ook voldoende licht is belangrijk. Voor je kunt beginnen is het ook van belang dat je paard schoon is. Zand of vuil schuurt namelijk waardoor je gereedschappen bot raken.
Manen trekken
Wanneer je de manen van een paard gaat trekken, is het verstandig deze van tevoren niet te wassen. Door het wassen worden de haren glad waardoor ze moeilijker te trekken zijn. Begin met het trekken van de manen achter de oren en werk vanaf hier tot aan de schoft. Je trekt in kleine plukjes de lange plukken haar ertussen uit waardoor de manen dunner worden en ook korter omdat je de kortere haren laat zitten. Je kunt dus met manen trekken ervoor zorgen dat de manen zowel korter als dunner worden.
Manen knippen
Wanneer je de manen gaat knippen omdat het paard bijvoorbeeld hele dunne manen heeft, dan moet je erop letten dat je een scherpe schaar hebt. Wanneer je knipt met een botte schaar beschadig je de haren waardoor deze dik en stug worden. Ook bij het knippen van de manen werk je van de oren naar de schoft toe. Let erop dat de manen wel recht afgeknipt worden.
Opscheren of opknippen van het hoofd
Tijdens het opknappen van het hoofd knippen we de uitstekende tastharen op de neus en de lippen iets korter. Let erop dat je alleen de langste haren iets afknipt, de tastharen zijn namelijk een belangrijk zintuig van het paard. Een paard gebruikt zijn tastharen onder andere om de omgeving te verkennen en voedsel te zoeken. Ditzelfde doe je ook bij de tastharen rond de ogen, soms steken deze ver uit of gaan krullen waardoor ze in het oog prikken. In dat geval kun je de haren iets korter knippen. Vervolgens knip je de haren van het oor bij. Dit houdt in dat je de uitstekende haren vanuit het oor bijknipt. De haren aan de binnenkant van het oor zijn ervoor om het oor te beschermen tegen binnendringend vuil en tevens dempen de haren geluid. Sinds een aantal jaar is het verboden om de oren van het paard volledig aan de binnenkant uit te scheren of de tastharen rondom de neus en ogen weg te knippen/te scheren. Als je het oor dichtknijpt, mogen alle haren die uit de oren steken eraf. Ook de randen van het oor mogen netjes worden bijgewerkt. Daarnaast mogen de tastharen aan het hoofd niet meer worden weggeknipt. Tenminste niet bij de ogen. Voor de tastharen rondom de neus wordt er een minimale lengte van twee centimeter gehanteerd.
Opscheren of opknippen van de benen
Bij het opknippen van de benen gaat het er voornamelijk om dat je de lange haren rond het spoor wegknipt of wegscheert. De makkelijkste manier om te knippen is als volgt: je gaat met een manenkam tegen de haarrichting van de benen in, alle haren die uitsteken knip je weg door met de schaar langs de kam te knippen. Daarnaast is het opscheren de kroonrand of zelfs het gehele voetje gebruikelijk. Let op: scheer geen zwarte benen op, ze lijken dan namelijk grijs. Witte benen kunnen wel opgeschoren worden, ze lijken dan vaak juist schoner!
Bijwerken van de staart
Wanneer je de staart gaat bijwerken is het voor je eigen veiligheid van groot belang dat je naast het paard blijft staan. Je begint met het wassen van de staart met een milde shampoo waarbij je eventueel ook crèmespoeling gebruikt. Op deze manier is de staart schoon en kun je de klitten makkelijker uitborstelen. Als de staart ontklit is kun je er een stuk afknippen. De regel is dat de staart altijd ter hoogte van het pijpbeen blijft, hij kan dus variëren tussen de sprong en de kogel. Bij een springpaard wordt de staart afgeknipt tot een handbreedte onder het spronggewricht, bij een dressuurpaard iets boven de kogel. Dit wordt gemeten in gedragen stand, dat wil zeggen zoals het paard zijn staart houdt wanneer hij loopt. Let er daarom op dat wanneer een paard zijn staart ‘draagt’ deze hoger hangt. Een manier om de staart op de goede lengte af te knippen is door je arm onder de staartwortel te leggen en dan te knippen op de gewenste lengte. Bij een zeer dikke staart kan ook een scheerapparaat gebruikt worden om de staartharen korter te maken.
Bijwerken van het derde oor
Tot slot kun je nog het derde oor wegknippen, hiermee bedoelen we het plukje haar van de manen waar het kopstuk van je hoofdstel op valt. Dit kun je gewoon met een schaar wegknippen. In plaats van het derde oor bij het paard weg te knippen kun je deze ook scheren. Zowel het knippen als het scheren moet tegen de haren in gebeuren om het derde oor zo netjes en kort mogelijk te krijgen. De lengte van het derde oor kan verschillend zijn: de vuistregel is om één oor naar achteren te leggen en het derde oor tot daaraan toe weg te knippen. Echter, het is belangrijk om te weten dat je met het knippen van derde oor ook optisch bedrog kunt uitvoeren. Door het derde oor kort te laten (enkele centimeters) lijkt het paard een dikkere/massievere hals te hebben. Wanneer je het derde oor juist meer (langer dan na het oor naar achteren klappen) weg knipt lijkt het paard juist een langere/slankere hals te hebben.