Inprenting
Inprenten is de enige manier van leren die onomkeerbaar is. Elk dier heeft een tijdsperiode waarin inprenting plaatsvindt. Dit is per diersoort specifiek, voor een paard is dit tot twee dagen na de geboorte. Bij dieren die na hun geboorte nog in een nest blijven, zoals honden en katten, is deze inprentingsfase later en langer. Maar omdat een veulen na korte tijd in staat moet zijn om de kudde te volgen is deze fase bij veulens relatief kort.
Tijdens deze periode leert het veulen de meest belangrijke prikkels opnemen en herkennen. Zo leert het veulen in deze periode bijvoorbeeld zijn moeder kennen en herkennen op basis van geur, aanraking en zicht. Maar ook zaken als opstaan, evenwicht bepalen, drinken, etc. horen in deze inprentingsfase thuis.
Het is goed om tijdens deze inprentingsfase het veulen ook al kennis te laten maken met mensen. Op die manier is de benadering later makkelijker. Wees wel voorzichtig in deze inprentingsfase en weet wat je doet als je het veulen benadert. Alles in deze fase wordt onthouden, dus ook negatieve ervaringen in deze fase werken door in de rest van zijn leven.
Als je het veulen in deze inprentingsfase wilt laten kennis maken met mensen, doe dit dan pas nadat het veulen en merrie uitgebreid kennis gemaakt hebben door het veulen droog te likken en het eerst te laten drinken. Doe je dit eerder, dan loop je het risico dat het veulen zich te veel op mensen gaat richten en te weinig op de merrie (4x per dag 5 minuten is prima).
In de eerste twee weken van hun leven leren de veulens om hun lichaam en zintuigen te gebruiken en te ontwikkelen. Daarna begint de socialisatiefase.
Twee weken tot een half jaar (socialisatiefase)
In de eerste twee weken van hun leven leren veulens hun lichaam en zintuigen te gebruiken. In de periode tot aan een half jaar leren ze sociaal gedrag. Contact met andere veulens, maar vooral ook andere paarden van verschillende leeftijden, zorgt ervoor dat deze ontwikkeling goed verloopt en dat het veulen goed leert functioneren binnen de kudde en rangorde. Paarden zijn van nature sociaal, maar ze moeten wel leren wat al die signalen betekenen.
Gezond kraakbeen en bot krijg je door gezonde voeding en beweging in deze periode. Zo veel mogelijk naar buiten met soortgenoten van verschillende leeftijden en het liefst ook op verschillende ondergronden draagt hier aan bij. In deze fase kun je ook prima wat oefenen aan de hand. Halster omdoen, voetjes geven, meelopen, etc. Doe alles kort en spelenderwijs, het veulen moet hierin voornamelijk leren dat mensen leuk zijn, maar ook dat er grenzen zijn aan het gedrag dat hij mag laten zien!
Naar boven