Hulpteugels

Een oud gezegde in de paardenwereld is “Waar de rijkunst ophoudt, begint de zadelmaker”. Wanneer een ruiter problemen heeft in zijn training wordt er vaak naar hulpteugels gegrepen. Zoals het woord als zegt is het een “hulp” teugel en geen redmiddel. Wanneer een hulpteugel correct gebruikt wordt kan het een grote toegevoegde waarde zijn in de opleiding van ruiter en paard. Helaas gebeurt dit niet altijd in de praktijk. Wanneer je problemen hebt in je training en je wilt graag een hulpteugel gebruiken, sluit dan altijd een medische oorzaak eerst uit. Wellicht heeft het paard problemen met zijn gebit, of een blokkade in zijn lichaam wat het gedrag dat hij vertoont, veroorzaakt. In dit hoofdstuk krijg je meer inzicht in de verschillende hulpteugels, hun werking en de gevaren bij verkeerd gebruik.

Hulpmiddelen moeten dus zodanig afgesteld worden dat het paard zélf, door zijn gedrag aan te passen of te veranderen, het onaangename gevoel kan laten verdwijnen. De slofteugel bijvoorbeeld heeft vaak een tegengesteld effect doordat de ruiter de teugels te strak houdt en niet meegeeft als het paard uiteindelijk het gewenste gedrag vertoont. Verder bestaat er het risico op verwarring bij het paard omdat de ruiter de lengte van de teugels niet bepaalt aan de hand van wat het paard aankan, maar bepaalt aan de hand van wat de ruiter denkt dat veilig en nodig is.

Losse martingaal

De martingaal is de meest gebruikte hulpteugel. Het doel van deze hulpteugel is het voorkomen dat het paard zijn hoofd te veel omhoog kan gooien in het rijden. De variant van de martingaal die het meeste voorkomt, is de losse of glijdende martingaal. Vooral bij het springen wordt deze veel gebruikt.

De riem is bevestigd aan de singel en loopt tussen de voorbenen door. Het splitst zich in twee smallere riemen met ringen waar de teugels doorheen lopen. Op het punt waar de riem zich splitst, is nog een andere riem, het collier, bevestigd. Het collier wordt om de hals van het paard gelegd om ervoor te zorgen dat de hulpteugel omhoog gehouden wordt. Eventueel kan een glijdende martingaal ook aan een borsttuig bevestigd zijn. Een collier is dan niet nodig.

Op de gewone teugels moeten teugelvlinders, kleine dwarsstukjes tussen het bit en de ringen van de martingaal, zitten die ervoor zorgen dat de martingaal niet kan blijven haken aan de gespen van de teugels. Ook belangrijk is dat er een martingaal stop onder het collier bevestigd wordt. Deze voorkomt dat de lus tussen de voorbenen van het paard te lang wordt, waardoor het paard er bij het springen met zijn voorbeen in kan komen.

Het is belangrijk dat de martingaal goed past. Tussen de hals van het paard en de collier moet gemakkelijk een handbreedte passen. De smallere riemen moeten tot de kaak van het paard komen, zo niet dan is hij te strak. De martingaal trekt de teugels dan naar beneden waardoor een fijne verbinding met het paard moeilijk wordt.

Vaste martingaal

De vaste martingaal wordt ook wel tie down genoemd en wordt niet zo veel gebruikt in Nederland. In Engeland zie je hem wel heel veel. Het enige verschil tussen deze martingaal en de glijdende martingaal is het uiteinde. In plaats van op te splitsen in twee smalle riemen eindigt de riem in een riem die aan de neusriem bevestigt wordt. Het is een passieve hulpteugel omdat de ruiter geen invloed heeft op het gebruik ervan tijdens het rijden. Deze hulpteugel is wel wat dwingender dan een losse martingaal en moet voorzichtig gebruikt worden, vooral bij paarden die nog niet gewend zijn aan de vaste martingaal.

Thiedemann

De uitvinder van de Thiedemannteugel is Fritz Thiedemann. Hij was een Duitse springruiter, die bekend is geworden door zijn succes tijdens de Olympische Spelen in 1952.

De Thiedemannteugel bestaat uit een riem om de hals. Door de onderkant van deze halsriem loopt een riem die bevestigd is aan de singel. Het andere uiteinde vertakt in twee dunnere riemen, die door de bitringen gehaald worden en hierna bevestigd worden aan een van de ringetjes die op de speciale teugel gemaakt zijn. Het doel van de Thiedemannteugel is het begrenzen van opwaartse beweging van het hoofd van het paard. Wanneer het paard het hoofd omhoog brengt neemt de druk op het bit toe. Bij het gewenste gedrag neemt deze druk weer af. De Thiedemannteugel kan het nageven wel bemoeilijken: bij weglaten ervan kan het zijn dat het paard weer met het hoofd omhoog loopt.

Je kunt de Thiedemannteugel zien als een combinatie van een martingaal en een slofteugel.

Slofteugel

Als uitvinder van de slofteugel wordt William Cavendish genoemd. Hij leefde van 1593 tot 1676. De slofteugel werd populair in de jaren zeventig toen olympisch kampioen, Alwin Schockemohle, een beroemde ruiter en inmiddels een van de grootste paardenhandelaren van de wereld, zijn paarden ermee reed. Vele ruiters volgden zijn voorbeeld.

De slofteugel is een lange, doorlopende leren of stoffen teugel die door beiden bitringen gaat en daarna tussen de twee voorbenen aan de singel bevestigd wordt. De ruiter heeft dus twee paar teugels in handen. Het doel van de slofteugel is een juiste hoofd-hals houding van het paard door de opwaartse beweging te beperken. Wanneer het paard het hoofd te hoog houdt zal de slofteugel inwerken en druk geven op het bit. Wanneer het paard nageeft zal de druk afnemen. In onkundige handen heeft de slof een scherpe inwerking. Het hoofd kan dan onder dwang naar beneden worden getrokken waardoor er spanning in het lijf ontstaat. Deze spanning zorgt er voor dat het paard niet los door het lijf kan lopen met spierpijn, nek- en rugproblemen en stress tot gevolg. Extra voorwaarden voor het gebruik zijn: een vriendelijke hand en een goede timing door op het juiste moment de druk weg te halen. Je kunt de slofteugel tussen de voorbenen bevestigen of aan de zijkant bij de singelstoten. Ook wordt slofteugel wel eens boven aan het zadel bevestigd.

Elastiek / Halsverlenger

Dit hulpmiddel heeft als doel het paard tijdens de training in de juiste hoofd-hals positie te laten lopen. Het elastiek kan gebruikt worden aan de enkele longe, dubbele longe of onder het zadel. Het loopt achter de oren langs door de bitringen naar de singel (boven, zijkant of tussen de benen). Wanneer het paard het hoofd omhoog brengt, neemt de druk achter de oren en in de mond toe. Als het paard het hoofd weer naar beneden brengt, verdwijnt de druk. Het dier kan door zijn eigen gedrag aan te passen, ontkomen aan het onaangename gevoel dat het hulpmiddel hem geeft. Dit hulpmiddel wordt regelmatig toegepast in maneges om de paarden ook bij minder kundige ruiters over de rug te laten lopen. Het nadeel is dat sommige paarden wat op het elastiek gaan hangen omdat het mee rekt. Het paard komt dan te veel op de voorhand te lopen.

Bijzetteugel

Het doel van de teugel is om een paard te leren nageven op de inwerking van de bijzetteugel waarbij het de rug los laat. Het voordeel van de bijzetteugel is dat de inwerking van de teugel heel constant is en er dus een rustige aanleuning kan ontstaan. Het nadeel is dat het hoofd en de hals van het paard worden beperkt in de beweging. Het kan moeilijk naar opzij en niet naar voren.

De bijzetteugel bestaat uit twee leren riemen die beide in het midden een rubberen ring hebben. Aan de ene zijde zit een haakje om het aan het bit te bevestigen en aan de andere zijde een bevestigings- en verstelmogelijkheid voor aan de singel. De bijzetteugel wordt veel gebruikt als hulmiddel bij het longeren. De druk op het bit neemt af als het paard nageeft (gewenste gedrag).

Stootteugel

Een stootteugel is een soort martingaal, maar dan zit deze teugel direct vast aan het bit. Hij zit vast aan de singel en gaat dan in een rechte lijn naar het bit. Het paard voelt druk zodra hij zijn hoofd omhoog brengt. Deze druk nodigt hem uit zijn hoofd weer te laten zakken. Net zoals bij de andere hulpteugels is het gevaar dat je de teugel te strak instelt, waardoor het paard in een onnatuurlijke houding gedwongen wordt en zijn hoofd niet meer omhoog kan brengen. Net zoals bij de martingaal kan dit stress veroorzaken. Sommige paarden vinden de stootteugel niet prettig omdat hij directe druk veroorzaakt. Houd daar rekening mee.


Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl