Huisvestingsvormen
Een paard is een grazer, een kuddedier en een vluchtdier. De huisvesting van paarden zou daarop afgestemd moeten worden. In de praktijk is dit lang niet altijd zo. In veel gevallen wordt het doel van het paard (manegepaard, wedstrijdpaard, recreatiepaard) boven deze natuurlijke behoeftes gesteld, omdat het nu eenmaal voor de eigenaar gemakkelijker is. Het resultaat is dan ook dat veel paarden de hele dag op stal staan, zonder invulling van de behoeftes als grazer, kuddedier en vluchtdier.
In dit hoofdstuk krijg je informatie over de verschillende mogelijkheden in het huisvesten van paarden, zodat je beter in staat bent om een goede afweging te maken tussen de behoeftes van het paard en de behoeftes van de eigenaar. Er zijn drie huisvestingsvormen mogelijk. Deze kunnen weer op verschillende manieren vormgegeven worden. Dit wordt per huisvestingsvorm verder uitgelegd.
- Individuele huisvesting in boxen
- Groepshuisvesting in gesloten of open loopstallen
- Groepshuisvesting op de weide
Individuele huisvesting in boxen
Tegenwoordig is individuele huisvesting de meest voorkomende huisvestingsvorm voor paarden. Onder individuele huisvesting in boxen vallen zowel binnen- als buitenboxen, met of zonder uitloopmogelijkheid. Sociaal contact door aanraken is in deze huisvestingsvorm niet of slechts beperkt mogelijk.
Hieronder worden de verschillende individuele huisvestingsvormen in boxen weergegeven.
*Stands:
In vroegere jaren werden paarden veel gehuisvest in stands. In een stand staat het paard individueel gehuisvest, parallel aan elkaar geplaatst. Dit kan zowel met als zonder tussenschot gedaan worden. Bij deze manier van huisvesten worden paarden vastgezet met een halster, halsriem of ketting. Hiermee staat het paard bevestigd aan de muur met zijn achterhand richting het gangpad.
Een stand is daardoor niet geschikt voor langdurige stalling, maar kan wel gebruikt worden op plaatsen waar paarden maar tijdelijk vast hoeven te staan, zoals bij een rijvereniging.
*Voordelen van deze manier van huisvesten:
- Er is veel minder ruimte nodig dan wanneer er gewerkt zou worden met boxen.
- Het strooisel gebruik is veel minder.
*Nadelen van deze manier van huisvesten:
- Paarden kunnen niet languit gaan liggen, draaien of vrij bewegen.
- Doordat de paarden langer op één plaats staan, dient de stand ook vaker uitgemest te worden.
- Verder is de kans op voernijd en andere stalondeugden veel groter dan bij andere vormen van huisvesting.
Het gebruik van stands wordt dan ook sterk afgeraden! In de GvGP is te lezen dat deze vorm van huisvesten per 1 januari 2017 officieel verboden is door de wet!
*Box:
De meest gebruikte huisvestingsvorm in de paardenhouderij zijn boxen. Er is een verschil tussen binnen- en buitenboxen.
*Voordelen van deze manier van huisvesten:
- Arbeidsomstandigheden zijn gunstiger bij een binnenbox voor de verzorgers (aangezien alles overdekt is).
- Klimaat is constanter bij een binnenbox (minder last van de weersomstandigheden).
- Er is bewegingsvrijheid.
- Er kan sociaal contact plaatsvinden.
- Mogelijkheid tot zicht op buitenwereld (omgevingsverrijking) bij een buitenbox.
*Nadelen van deze manier van huisvesten:
- Binnenboxen bieden niet altijd de mogelijkheid tot zicht op de buitenwereld.
- Het is arbeidsintensiever.
- Neemt veel ruimte in beslag.
Zowel voor binnen- als buitenboxen geldt dat er veel variatie mogelijk is in het vormgeven van de stal. Zo kan er gekozen worden voor geheel dichte wanden van hout of steen, maar kan er ook gekozen worden voor halve afscheidingen met een mogelijkheid tot lichamelijk contact met de buurtpaarden. Dit kan door middel van kijkluikjes in de zijwanden, door middel van halve traliewanden of door het plaatsen van halve muurtjes tussen de stallen.
Ook de staldeuren kunnen heel verschillend zijn. Zo zijn er deuren die volledig dicht zijn, maar de mogelijkheid hebben om het bovenluik open te zetten. Of deuren die aan de bovenkant tralies hebben. De staldeuren met tralies kunnen helemaal dicht zijn of voorzien zijn van een opening of weefrek waardoor het paard zijn hoofd wel naar buiten kan steken.
Box eisen: Voor individuele huisvesting geldt dat de boxoppervlakte minimaal (2xstokmaat)2moet zijn voor pony’s kleiner dan 1,56 meter. Voor paarden groter dan 1,56 meter geldt dat de boxoppervlakte minstens 10 m2 moet zijn.Deze richtlijn werd per 1 januari 2012 ingevoerd en wordt gebruikt als toetsing bij de aanvraag van nieuw- en verbouw van paardenstallen.
Afhankelijk van de paarden die erin staan en het bedrijf kunnen er keuzes worden gemaakt in bijvoorbeeld de bekleding van de wanden. In sommige boxen zie je rubbermatten bevestigd aan de wanden. Dit kan zijn om het geluid te dempen bij paarden die veel slaan tegen de wand, maar ook ter bescherming van bijvoorbeeld sportpaarden of dekhengsten.
In boxen kunnen paarden gemakkelijk individueel worden verzorgd. De afmetingen dienen zodanig te zijn dat paarden zich vlot kunnen draaien, gaan liggen en weer opstaan.
Voor wat betreft de plafondhoogte geldt: Hoger is beter, dit vanwege veiligheid en ventilatie. Bij een hoger plafond is er minder risico op verwonding en vindt er meer luchtcirculatie plaats. Sociaal contact met andere paarden moet dagelijks mogelijk zijn binnen gezichtsafstand of met besnuffelen, dan wel aanraking.
Een kraamstal is een stal waar drachtige merries ongeveer twee weken voor de uitgerekende datum ingezet kunnen worden. Een kraambox vereist een groter oppervlak, met een voorkeur van 4,5 m. x 4,5 m. De oppervlakte van de box voor hoogdrachtige merries tijdens het veulenen en voor een merrie met een veulen is minimaal 12 m2 , tenzij er minimaal 8 uur weidegang per dag wordt toegepast.
Het is met deze afmeting gemakkelijker om te voorkomen dat de merrie tijdens de bevalling tegen een wand aan gaat liggen of vast komt te liggen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niets kan gebeuren. Verder zijn deze bevalboxen ingericht met een dik pak stro, zodat ze niet op de kale vloer komen te liggen en er is cameratoezicht.
*Individuele huisvesting met uiloop:
Een aanvulling op de individuele huisvesting in een box is een uitloop naar buiten, ook wel een paddock genoemd. Deze buitenruimte is ook slechts geschikt voor één paard, er kunnen niet meerdere paarden gehouden worden in deze huisvestingsvorm. De breedte van de paddock is meestal dezelfde als die van de aangrenzende box. De lengte kan verschillen, afhankelijk van de ruimte die beschikbaar is op het bedrijf.
De afscheiding van de paddock kan uit verschillende materialen bestaan, denk bijvoorbeeld aan ijzeren hekken, houten afscheiding met of zonder stroomdraad, of een afscheiding volledig van stroomdraad. Wat belangrijk is bij de keuze van de afrastering is dat er rekening wordt gehouden met de veiligheid van het paard. Zo moet het niet mogelijk zijn dat het paard met zijn been over de afrastering heen slaat en dat ze er, als het wel gebeurt, weer gemakkelijk uit kunnen komen.
Bodembedekking
Er zijn vele soorten strooisels om de stalbodem mee te bedekken op de markt. Denk aan traditionele bodembedekkers zoals, stro, vlas en zaagsel en aan nieuwe materialen als hennepkorrels, houtpellets en kokosvezel. Elk strooisel heeft zo zijn voor- en nadelen. De keuze is afhankelijk van: Persoonlijke wensen, vochtopname, hoeveelheid stof, gebruiksvriendelijkheid, eetbaarheid, afvoer door de mens en de prijs.
*Soorten bodembedekkers:
Stro: Stro wordt al heel lang gebruikt als bodembedekking voor (paarden)stallen. Stro is een afvalproduct bij het verbouwen van graan. Tegenwoordig wordt stro ook wel in gehakselde vorm als bodembedekking gebruikt.
*Voordelen van stro:
- Het is (relatief) goedkoop.
- Stro kan goed worden gebruikt als organische mest (akkerbouw & tuinbouw).
- Het ziet er mooi uit.
- Geschikt om aan te knabbelen voor paarden.
*Nadelen van stro:
- Geeft een grote mesthoop.
- Stoffig (sommige paarden zijn allergisch voor stro).
- Sommige paarden eten (te veel) stro. Kan koliek als gevolg hebben.
- Hogere afvoerkosten.
- Het zijn vaak grote plakken, dat geeft meer rommel.
Zaagsel: Zaagsel is een afvalproduct uit de houtverwerking (meestal van dennenhout).
*Voordelen van zaagsel:
- Zeer goed absorptievermogen.
- Vuile plekken zijn goed te zien.
- Het heeft een neutrale geur.
- Houdt warmte vast
- Goedkoop
- Voorverpakt in balen àschoon en eenvoudig in gebruik en opslag.
*Nadelen van zaagsel:
- (Niet) eetbaar.
- (Goedkopere) merken kunnen een hoog stofgehalte bevatten.
- Door het continu verwijderen van natte- en vieze plekken moet er gezorgd worden dat de bodembedekking niet te nat wordt. Dat verhoogt het ammoniak gehalte.
Vlas: Vlas is een afvalproduct van de hennepplant. Hennep wordt vaak gebruik voor het maken van bijvoorbeeld kleding. Het restant van de hennepplant wordt versnipperd en kan daarna als bodembedekking worden gebruikt. Een belangrijk eigenschap van vlas is: “Vlas moet zetten” - Dit betekent dat je begint met twee of drie balen in de box (afhankelijk van de grootte). Het paard plast op het vlas en daardoor zuigt het vlas zich vol. Hierdoor ontstaat een verend matras. Wanneer je deze bodembedekking gebruikt kun je iedere dag de mestballen uit de stal scheppen, maar de natte plekken kun e laten liggen. Om de paar dagen vul je de stal aan met nieuwe vlas. Uiteindelijk is het vlas verzadigd en moet de stal helemaal leeg worden gehaald, anders staat het paard in de nattigheid.
*Voordelen van vlas:
- Zeer hoop absorptievermogen.
- Stofvrij, dus ideaal voor paarden die allergisch zijn of slecht tegen stof kunnen.
- Het is licht en eenvoudig te verschonen.
- Breekt snel af en is goede compost.
- Voorverpakt in balen (schoon en eenvoudig in gebruik en opslag).
*Nadelen van vlas:
- Het is prijzig.
- Niet eetbaar! Doen paarden dit wel kunnen ze verstopt raken.
- Vlas verkleurt naar een bruine laag als het nat is (dit kan er rommelig / viezig uitzien).
*Overige bodembedekkers:
Naast de “meest bekende” bodembedekkers zijn er nog veel meer soorten op de markt. Ieder met andere eigenschappen, voor- en nadelen.
Houtpellets
Houtpellets worden gemaakt van gedroogd en gecompacteerd zaagsel. Voordat je deze bodembedekker kunt gebruiken moet er water aan worden toegevoegd. Op die manier worden de korrels zachter en wordt het absorptievermogen groter.
*Voordelen van houtpellets:
- Milieuvriendelijk.
- Hoog absorptievermogen.
- Stofvrij.
*Nadelen van houtpellets:
- Prijzig.
- Het kan glad zijn.
- Er moet eerst water aan worden toegevoegd à het kost tijd voordat het lekker zacht is.
Strokorrels
Strokorrels zijn gemaakt van 100% gehakseld stro. Deze korrels worden onder hoge temperaturen geperst, daardoor zijn de korrels schimmel- en kiemvrij. Vooraf dienen ze eerst met een kleine hoeveelheid water besproeid te worden, hierdoor vallen de korrels uit elkaar en wordt het een dik, zacht stalbed.
*Voordelen van strokorrels:
- Kiem- en schimmel vrij.
- Stofvrij en vanwege korrelvorm ook minimale verstuiving bij uitstrooien op de stalvloer.
- Absorptievermogen van 300 – 350% van hun eigen gewicht.
- Kleine mesthoop, omdat je minimaal onnodig stro uit je stal schept (tot 75% minder dan normaal stro).
- Gemaakt van stro, dus geen problemen met je mestafvoer.
- Geschikt voor mensen met minimale opslagcapaciteiten,
die geen grote pakken stro kwijt kunnen.
*Nadelen van strokorrels:
- Duurder dan stro.
- Het kan glad zijn.
- Er moet eerst water aan toe worden gevoegd - het kost tijd voordat het lekker zacht is.
Kokosvezel
Omdat kokosvezel redelijk nieuw is op de markt, zijn er verschillende ervaringen bekend.
*Voordelen van kokosvezel:
- Stofvrij.
- Kan zowel nat- als droog gebruikt worden.
- Paarden eten het niet - ideaal voor paarden die gevoelig zijn voor koliek.
- Goed te gebruiken voor paarden met hoefbevangenheid - door de natte vezels wordt de pijn verlicht (tegendruk).
- Tevens is kokosvezel brandvertragend.
*Nadelen van kokosvezel:
- Ammoniak en vocht worden niet echt goed opgenomen.
- Er is veel nodig in gebruik - regelmatig nieuw bij strooien.
Huisvesting in gesloten- of open loopstallen
Wanneer paarden in kuddeverband gehuisvest worden, spreken we van een groepshuisvesting. Groepshuisvesting staat dicht bij de natuurlijke behoeftes van een paard. Beweging en sociaal contact zijn zeer belangrijk voor een paard, dat verandert ook niet naarmate ze ouder worden.
*Voordelen van deze manier van huisvesten zijn o.a.:
- Paarden kunnen in veel grotere mate natuurlijk gedrag vertonen.
- Meer mogelijkheid tot bewegen, want de ruimte is groter à (bewegen is belangrijk voor de gezondheid en het functioneren van de hoeven, darmen en gewrichten).
- Er is veel sociaal contact - goed voor de mentale toestand en vermindert stress.
- Het bespaart kosten op bijvoorbeeld strooisel en arbeid.
*Nadelen van deze manier van huisvesten zijn o.a.:
- Het (sneller) oplopen van blessures.
- Er is een grote kans op ziekteverspreiding.
Groepshuisvesting wordt vaak toegepast bij pony’s en paarden op opfokbedrijven en bij merries met veulens. Paarden en pony’s op opfokbedrijven worden bij het samenstellen van de groepen meestal geselecteerd op leeftijd en geslacht. De groepsgrootte is afhankelijk van de afmeting van de huisvesting.
De regel hiervoor is dezelfde als die voor de individuele huisvesting, (2xstokmaat)2, vermenigvuldigd met het aantal paarden dat in de groepshuisvesting ondergebracht moet worden.
Groepshuisvesting komt in heel veel verschillende vormen voor. Zo zijn er gesloten en open loopstallen. Een open loopstal biedt paarden vrije toegang tot een paddock of weide. Maar ook hier zijn heel veel variaties te vinden. De meest voorkomende vormen worden in dit hoofdstuk verder behandeld.
Vrijloopstal
Een vrijloopstal voor koeien is al jaren de normaalste zaak van de wereld. Sinds een paar jaar zijn de eerste maneges ook begonnen met de invoering van een soortgelijke vrijloopstal voor paarden. Manege de Burght is hiervan een voorbeeld. Deze manier van huisvesten wordt ook wel een “binnenweide” genoemd. De paarden staan constant onder een dak, er is wel mogelijkheid tot voldoende ventilatie en frisse lucht door het openen van de zijwanden.
*Voordelen van deze manier van huisvesten:
- Natuurlijk kuddegedrag.
- Paarden worden makkelijker in de omgang.
- Minder stress.
- Veel bewegingsvrijheid.
- Paarden zijn minder eenkennig
*Nadelen van deze manier van huisvesten:
- Kostenplaatje.
- Het (sneller) oplopen van blessures.
- Er is een grote kans op ziekteverspreiding.
De stal bestaat uit een grote vrijloopruimte waar voorzien wordt in alle natuurlijke behoeften van de paarden. De ruimte is een combinatie van een eetruimte en een vrijloopruimte. Daarnaast is er een strooiselgedeelte met stro waar de paarden kunnen liggen en extra ruwvoer kunnen knabbelen.
Door middel van schotten in het strooiselgedeelte wordt er een extra vluchtmogelijkheid geboden aan de paarden. Ontwijkmogelijkheden worden hierdoor groter en daarmee de rust in de groep ook. Het ruwvoer wordt verstrekt in grote bakken. Deze bakken worden meerdere malen per dag gevuld met een ruwvoeder.
Afhankelijk van de ruimte die de eigenaar heeft, kan deze vorm van huisvesting uitgebreid worden met een open uitloop richting een paddock of weiland. Om nieuwe paarden te kunnen introduceren is het noodzakelijk dat er een ruimte afgezet kan worden. Op die manier kan het nieuwe paard rustig kennismaken met de nieuwe kudde en blijft de rust in de kudde beter bewaard.
HIT- Actiefstal
Het uitgangspunt van de HIT- Actief stal is: “Een systeem waarbij paarden in een groep veel bewegen in de buitenlucht, interactie hebben met elkaar en vaak kleine porties voer kunnen opnemen.” Het oorspronkelijke idee voor de HIT- Actief stal komt uit Duitsland, maar ondertussen zijn er ook in Nederland meerdere stallen en maneges die deze manier van huisvesten aanbieden.
*Voordelen van deze manier van huisvesten:
- Natuurlijk kuddegedrag wordt sterk bevorderd.
- Er is veel sociaal contact - voordelig voor paard en ruiter.
- Korter tijdsbestek tussen het voeren - minder kans op ontstekingen en maagzweren.
- Er is veel licht en frisse lucht.
- Minder verveling.
- De hoeveelheid voer kan precies worden afgestemd op het paard.
- Paarden worden makkelijker in de omgang.
- Veel bewegingsvrijheid.
- Paarden zijn minder eenkennig.
*Nadelen van deze manier van huisvesten:
- Kostenplaatje - de voerstations zijn duur en je hebt veel ruimte nodig.
- Het (sneller) oplopen van blessures.
- Er is een grote kans op ziekteverspreiding.
- Sommige paarden kunnen zich minder prettig voelen in een groep.
- Samenstelling van de groep is een aandachtspunt - Niet alle paarden kunnen zomaar bij elkaar.
Elke HIT- Actief stal is anders vormgegeven, maar elke stal bestaat uit een grote buitenruimte en één of meerdere mogelijkheden om naar binnen te gaan. Vaak zijn dit open schuren of open ruimtes waar meerdere paarden tegelijk gebruik van kunnen maken. De buitenruimte kan uit één grote ruimte bestaan, maar vaak zijn dit verschillende stukken die onderling verbonden zijn. Dit zorgt voor meer vlucht- en ontwijkmogelijkheden, waardoor het kuddegedrag gestimuleerd wordt, maar toch de rust in de kudde gewaarborgd blijft. De verschillende ruimtes hebben verschillende soorten vloeren. Zo is de vloer van een binnenruimte vaak bedekt met een zacht oppervlak, zoals zand of stro. Dit zorgt ervoor dat de paarden comfortabel kunnen liggen. De buitenruimtes wisselen in ondergrond, sommige ruimtes zullen kunststofplaten, zand of gras als ondergrond hebben. Maar ook zijn er stukken verhard door middel van steen of beton, zodat de hoeven van de paarden op een natuurlijke wijze kunnen slijten. Dit is echter niet voldoende om de
hoefsmid te vervangen!
Om het natuurlijk gedrag van paarden te bevorderen wordt voer en water op verschillende plaatsen in de huisvesting aangeboden. In de natuur lopen paarden grote afstanden om hun voer en water te vinden. Door het voer en water op verschillende plaatsen aan te bieden, wordt dit gedrag bevorderd. Op de afbeelding hiernaast is een voorbeeld van een voerstation te zien. Deze voerstations worden gebruikt om het krachtvoer aan te bieden aan de paarden. Door middel van een halsband of chip in de hals van het paard wordt er door de computer bijgehouden hoeveel het paard mag eten en hoeveel het paard op die dag al gegeten heeft.
Wanneer het paard nog krachtvoer mag hebben gaat de slagboom open en kan het paard naar binnen lopen. De slagboom sluit weer achter het paard, zodat het rustig kan eten zonder weggejaagd te worden door andere, dominantere paarden. Ruwvoer kan ook via deze voerstations aangeboden worden, maar er kan ook gekozen worden voor een andere manier van ruwvoerverstrekking. Denk hierbij aan grote hooibakken of hooinetten op verschillende plaatsen. De verschillende waterpunten worden op andere plaatsen dan bij de voerstations aangeboden. Dit voorkomt dat de paarden knoeien met de waterbakken en deze vervuilen. Maar het bevordert ook het bewegen van de paarden op zoek naar de waterpunten
*Gewenningsboxen:
Paarden zijn kuddedieren, dus er wordt altijd een rangorde bepaald. Als er een kudde is gevormd kan het lastig zijn een nieuw paard daaraan toe te voegen. Daarom zijn er bij dit systeem gewenningsboxen, paarden staan hierbij wel in het HIT- actief gedeelte, maar met een eigen omheining. Zo kunnen paarden kennis maken met elkaar en zullen ze elkaar tijdens het acceptatieproces minder snel verwonden.
*Kosten:
Deze vorm van huisvesten is duurder dan de meeste andere vormen van huisvesten. Dit vanwege het uitgebreide computersysteem dat (hogere) kosten met zich meebrengt.Toch vinden steeds meer mensen / bedrijven het de moeite waard om te investeren in deze manier van huisvesten.
Paddock Paradise
Het uitgangspunt van een Paddock Paradise dat oorspronkelijk afkomstig is uit Amerika is vergelijkbaar met die van een HIT- Actief stal: "Namelijk het huisvesten van paarden in een groep in de buitenlucht, waarbij de sociale interactie gestimuleerd wordt". Gedurende de dag kunnen de paarden op verschillende plaatsen eten. In plaats van een grote open ruimte zoals bij een HIT-Actief stal, verplaatsen de paarden zich in een Paddock Paradise via grote (zand)paden.
In de natuur volgen paarden vaak vaste routes, achter elkaar aanlopend, langs eet- en waterplaatsen. Dit element wordt in een Paddock Paradise gebruikt om het welzijn van het paard te verhogen. Door langs de paden verschillende elementen aan te brengen zoals eet- en drinkplaatsen en beschutting, worden de paarden gestimuleerd om meer te bewegen.
*Voordelen van deze manier van huisvesten:
- Natuurlijk kuddegedrag wordt sterk bevorderd.
- Er is veel sociaal contact - voordelig voor paard en ruiter.
- Korter tijdsbestek tussen het voeren - minder kans op ontstekingen en maagzweren.
- Er is veel licht en frisse lucht - ze leven in de buitenlucht.
- Veel bewegingsstimulatie - bewegingsvrijheid
- Zoekgedrag wordt bevorderd - stimuleert het zoeken naar eten & drinken.
- Minder verveling.
- Natuurlijke manier van hoefslijtage
- Paarden worden makkelijker in de omgang.
- Spijsvertering wordt positief gestimuleerd - dit door het vele lopen.
*Nadelen van deze manier van huisvesten:
- Kostenplaatje.
- Het (sneller) oplopen van blessures (bijt- en schaafwonden).
- Er is een grote kans op ziekteverspreiding.
- Kans op snellere slijtage van de hoeven
- Samenstelling van de groep is een aandachtspunt - niet alle paarden kunnen zomaar bij elkaar.
- Minder zicht op de voerhoeveelheid - voeding is niet per paard aan te passen.
- Voer en water geven (kan) intensiever zijn - voer ligt meer verspreid.
- Minder praktisch bij (dagelijkse) training of bezoek van hoefsmid / dierenarts.
De paden van een Paddock Paradise worden rondom een weide aangelegd. De eigenaar kan zelf besluiten hoeveel weidegang er gegeven wordt aan de paarden, afhankelijk van de behoefte van de paarden en de kwaliteit van de weides.
Een mogelijke indeling van een Paddock Paradise is te zien op de afbeelding hiernaast. De indeling van een Paddock Paradise is afhankelijk van de wensen van de eigenaar en de pensionklanten, het doel van de paarden en de oppervlakte van het terrein. Verder kunnen de paarden dag en nacht gehuisvest worden in een Paddock Paradise, mits er een schuilgelegenheid aanwezig is. Er kan echter ook voor gekozen worden om de paarden overdag te huisvesten in een Paddock Paradise en ’s avonds te stallen in individuele boxen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn wanneer er toch krachtvoer aan de paarden gegeven moet worden.
In dit huisvestingssysteem wordt er meestal alleen ruwvoer verstrekt aan de paarden. In tegenstelling tot de HIT- Actief stal is er geen mogelijkheid om de voerinname met de computer te controleren. Wanneer er wel krachtvoer gevoerd zou worden, is de kans groot dat dominante paarden te veel krijgen en onderdanige paarden te weinig. Om dit te voorkomen zijn er meerdere voerplaatsen aanwezig in een Paddock Paradise. Dit zorgt ervoor dat ook de lager in rang staande paarden voldoende ruwvoer kunnen eten. Water kunnen de paarden opnemen uit verschillende waterbakken, al dan niet automatisch. Maar er zijn ook bedrijven bekend die een aangelegde vijver in de Paddock Paradise hebben opgenomen. De paarden kunnen hier dus ook uit drinken. Daarnaast geeft deze toevoeging de paarden ook de mogelijkheid om met het water te spelen of met warm weer af te koelen in de vijver.
In de paden van een Paddock Paradise kunnen allerlei “natuurlijke” obstakels aangebracht worden. Dit zorgt voor meer nieuwsgierigheid, en meer zekerheid voor een betere beenzetting bij de paarden. Door de verschillende ondergronden en de verschillende obstakels worden de paarden vaardiger in het neerzetten van hun voeten zonder blessures op te lopen. Denk aan: Waterpartijen, heuvels, omgevallen boomstammen en takken, zandplaatsen, verharde gedeeltes, bosgebied, etc.
Groepshuisvesting op de weide
Naast het huisvesten van paarden in verschillende soorten groepshuisvesting, kan een paard natuurlijk ook goed gehuisvest worden op een weide. Hierbij is het wel belangrijk dat het paard niet alleen in de weide staat, maar met soortgenoten. Ook dient er voldoende schuilmogelijkheid te zijn tegen regen en kou, maar ook tegen hitte en insecten. Dit kan een afdak zijn, een open schuur of een aantal grote bomen. Daarnaast moet er een mogelijkheid zijn om de paarden bij te voeren als dit nodig is. Als deze punten aanwezig zijn, kan een paard prima dag en nacht gehuisvest worden op een weide zonder dat dit het welzijn van het paard aantast.
Paarden eten van nature de hele dag door kleine beetjes eten met een lage voedingswaarde. Ze eten voornamelijk grassen, maar in de natuur bestaat het dieet voor 20% uit struiken en kruiden. Niet alle grassen, struiken en kruiden hebben dezelfde samenstelling aan voedingsstoffen, vitaminen en mineralen. Het kan daarom een voordeel zijn dat er veel verschillende soorten aanwezig zijn in je weide. Het merendeel van de paarden dat dag- en nacht op de weide gehuisvest is, wordt niet tot recreatief bereden. De energie die het paard hiervoor nodig heeft, naast de standaard behoefte, is zo laag dat het paard zelfs met een volledig grasrantsoen hieraan kan voldoen.
Het resultaat is dan ook vaak dat paarden die onbeperkt toegang hebben tot gras snel vervetten en een grotere kans hebben op voeding- en energie gerelateerde aandoeningen.
*Voordelen van deze manier van huisvesten:
- Paarden kunnen zoveel mogelijk hun natuurlijk gedrag vertonen.
- Er is veel sociaal contact.
- Er is veel licht en frisse lucht - ze leven in de buitenlucht.
- Veel bewegingsvrijheid.
- Onbeperkt voedsel.
- Paarden worden makkelijker in de omgang.
*Nadelen van deze manier van huisvesten:
- Veel grondoppervlak nodig.
- Het (sneller) oplopen van blessures (bijt- en schaafwonden).
- Er is een grote kans op ziekteverspreiding.
- Toezicht houden is lastiger en (arbeidsintensiever).
- Minder praktisch bij (dagelijkse) training of bezoek van hoefsmid / dierenarts.
Wanneer paarden 24 uur per dag worden gehuisvest op een weide moet deze van goede kwaliteit zijn. Hierbij moet er gekeken worden naar:
- De inrichting van de weide
- Schuilmogelijkheden
- Veiligheid
- Hygiëne
- Watervoorziening
- Planten- en grassoorten
Optimale inrichting van paardenweides
Optimale Oppervlakte:
Een paard eet gemiddeld 2% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof per dag.
Droge stof is wat er overblijft van een voedingsmiddel als al het water eruit is gehaald. Hierin zitten alle vezels en voedingsstoffen.
Voor een paard van 600 kg komt dit overeen met een dagelijkse opname van 12 kg ds (droge stof), dit komt overeen met ongeveer 80 kg gras per dag.
Het is moeilijk om aan te geven hoeveel oppervlakte een paard precies nodig heeft. Dit is namelijk ook afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden. In de winter groeit het gras niet. Als het paard dan aan zijn voedingsbehoefte van 80 kg gras per dag moet komen, dan heb je een heel groot oppervlak nodig. In de groeiperiode van het gras, voorjaar en zomer, is dit een heel ander verhaal en kan er juist met een veel kleinere oppervlakte gewerkt worden omdat er dan meer gras beschikbaar is.
In de praktijk is het vaak zo dat de oppervlakte van de weide beperkt is en de samenstelling van de groep vaak te groot en dat er maar 1 perceel beschikbaar is waardoor omweiden geen optie is. Bij standweiden maken we gebruik van 1 perceel tijdens het hele seizoen zonder omweiden. Daarbij moet de dagelijkse grasgroei ongeveer gelijk zijn aan de dagelijkse opname. Het gras moet dus net zo snel groeien als dat de paarden het opeten. Alleen op die manier kan de weide voldoende gras blijven bieden. Bij het standweiden is het wel heel belangrijk om regelmatig de mest te verwijderen of te verspreiden. Wanneer dit niet wordt gedaan kunnen bossen oud gras ontstaan die niet meer gegeten worden door de paarden. Daarnaast is ook de kans op wormbesmetting groter als de mest in de weide blijft liggen.
Wanneer er wel gebruik wordt gemaakt van het omweiden liggen deze oppervlaktes anders. Bij het omweiden worden (stukken van) percelen gedurende een aantal dagen aan de paarden aangeboden. Na een aantal dagen worden de paarden verplaatst naar een nieuw, vers stuk grasland. Het risico bij onbeperkt omweiden is dat de paarden te veel jong gras kunnen eten en daardoor te veel energie binnen krijgen. Een oplossing hiervoor is het beperken van de toegang tot de nieuwe weide tot een paar uurtjes per dag of het gebruiken van rantsoenbegrazing. Bij deze manier van begrazen krijgen de paarden elke dag een klein stukje van de nieuwe weide tot hun beschikking. Dit zorgt voor een beperkte opname van nieuw gras, maar vergt wel veel werk met het omzetten van de afrastering.
Schuilmogelijkheden
Paarden kunnen leven bij temperaturen tussen de -40 en 40 graden Celsius. Tussen de 5 en ongeveer 25 graden hoeft het paard niet veel extra’s te doen om zijn lichaamstemperatuur gelijk te houden. Binnen deze temperatuur is het paard goed in staat om zichzelf warm te houden, hiervoor kan hij onder andere de haren rechtop zetten, de huiddoorbloeding aanpassen, rillen, bewegen, de achterhand in de wind plaatsen en beschutting zoeken. Als de temperatuur voor een langere periode laag is dan zal het haarkleed langer worden en de eetlust en stofwisseling stijgen.
Om zich bij een hoge temperatuur koel te houden kan het paard gaan zweten. Door de verdamping van het zweet op de huid koelt het paard af. De enige andere mogelijkheid die het paard heeft tegen de warmte is het zoeken van schaduw. Om ervoor te zorgen dat paarden kunnen schuilen bij bepaalde weersomstandigheden of juist de schaduw opzoeken, kan er in de weide een schuilmogelijkheid gemaakt worden. Dit kan op natuurlijke wijze door middel van bomen en struiken, maar ook door het plaatsen van een schuilstal.
Afhankelijk van de gemeente moet je het bouwen van een schuilstal melden bij de gemeente of moet je zelfs een vergunning aanvragen. Per gemeente verschilt deze regelgeving en verschillen ook de eisen aan de schuilstal zelf.
Veiligheid
Wanneer paarden op de weide gehuisvest worden moet er natuurlijk ook gedacht worden aan de veiligheid van de paarden. Deze veiligheid bestaat uit twee delen, namelijk de veiligheid in de groep en de veiligheid in de weide.
Veiligheid in de groep
|
Veiligheid in de weide
|
---|---|
*Paarden zijn van nature sociale kuddedieren. Wanneer ze in een kudde gehuisvest worden wordt deze behoefte vervuld. *Maar deze interactie brengt ook risico’s met zich mee. Zo is het risico op blessures groter als de groep niet stabiel genoeg is. *Door constant nieuwe paarden toe te voegen aan een bestaande kudde, blijft er lange tijd onrust in de groep. *Het zoeken naar een nieuwe rangorde en de interactie die daarbij hoort vergroot de kans op bijt- en/of beenblessures. |
*Onder veiligheid in de weide verstaan we de veiligheid van de weide zelf. *Hieronder vallen bijvoorbeeld: - De aanwezigheid van schadelijke planten - Scherpe voorwerpen - Gaten en kuilen in de weide door konijnen en mollen en de manier van afrasteren |
Steeds meer zie je in de paardenhouderij afrastering door middel van houten hekken of schriklint. De reden voor het gebruik van hout of schriklint is de kleinere kans op blessures en wonden wanneer een paard ermee in aanraking komt. Prikkeldraad kan nare wonden veroorzaken als het paard hierin terecht komt. Bij koeienweides en sommige paardenweides wordt prikkeldraad nog wel gebruikt als afrastering. Dit is absoluut niet geschikt voor een paardenweide. Koeien hebben een sterkere huid dan paarden en verwonden zich daardoor minder snel aan prikkeldraad, bij paarden levert dit echter al heel snel lelijke wonden op.
Een andere manier van afrasteren is door middel van een rubberband. Dit rubber ziet er netjes uit door de donkere kleur, is minder duur dan een houten omheining en is door de lichte flexibiliteit heel geschikt als veilige afrastering.
Hygiene
Over het algemeen worden paardenweides intensief gebruikt. Om een weide zo lang mogelijk in een goede staat te houden is onderhoud zeer belangrijk. En daaronder valt ook het stukje hygiëne. Hieronder enkele maatregelen (in het kader van algemene verzorging) om de weide zo optimaal mogelijk te houden:
- Gebruik alleen graszaad dat bestend is voor een paardenweide.
- Onderhoud in het voorjaar: Weide slepen, verticuteren en rollen.
- Stel een bemestingsplan op op basis van een grondmonster.
- Geen onder- of overbegrazing.
- Bij slecht weer; voor alternatief grasland zorgen, geen uitloop op natte weilanden.
- Gras niet te kort laten worden.
- Belangrijk om mest regelmatig te verwijderen of te verspreiden.
- Niet te veel paarden laten grazen op een stuk land (vraag – aanbod – capaciteit van het land).
- Begrazing andere diersoorten.
- Het uitvoeren van een goed wormenbeleid.
Watervoorziening
Veel paarden staan inmiddels buiten op de wei en hebben daar ook hun drinkwatervoorziening. Naast vers gras is een goede watervoorziening erg belangrijk.
Dit is van belang voor de algemene gezondheid van het paard en om o.a. de lever, nieren en stofwisseling optimaal te laten functioneren, moet drinkwater van goede kwaliteit zijn. Zowel de temperatuur, zuurgraad als hygiëne spelen daarbij een rol. Een paard in rust heeft per dag minimaal 30-35 ml water per kg lichaamsgewicht nodig om de waterbalans op peil te houden. Dit komt neer op ongeveer 18 tot 21 liter voor een paard van 600 kg. Twee factoren die de waterbehoefte kunnen verhogen zijn:
- De weersomstandigheden
- Flinke inspanning (hoge temperatuur)
Drie onderdelen die te maken hebben met de watervoorziening in een paardenweide zijn:
- Schoon water
- Temperatuur
- Waterbron
Schoon water
|
Bacterie- en algengroei / uit plassen en poelen drinken / uit meren, beken en sloten drinken.
|
Temperatuur
|
Watertemperatuur.
|
Waterbron
|
Leidingwater / waterleiding aanleggen / waterbron.
|
Schoon water
|
Temperatuur
|
Waterbron
|
---|---|---|
*Bacterie- en algengroei: -Vooral watervoorzieningen in weilanden zijn gevoelig voor bacterie- en algengroei zeker bij warm weer. Dit kan ervoor zorgen dat paarden minder drinken dan ze eigenlijk nodig hebben. -Maak drinkbakken/-tonnen dagelijks schoon en ververs het water eveneens dagelijks. |
*Watertemperatuur: -Te koud water heeft een negatief effect op het wateropname. Hierdoor kan een paard minder gaan drinken. - Toch zal een paard dat kan kiezen tussen warm en koud water, de voorkeur hebben voor het koude water. |
*Leidingwater: -Leidingwater is in Nederland veilig voor mens en dier. -Van veel sloot- en stilstaand oppervlaktewater kan dat niet worden gezegd. -Sloten, vijvers en meertjes kunnen besmet zijn met meststoffen en landbouwgif. Bovendien is er een risico op parasieten en bacteriën in het water die je paard ziek kunnen maken. |
*Uit plassen of poelen drinken: (Het water in plassen of poelen is stilstaand water en hierin liggen gevaarlijke ziektekiemen en parasieten op de loer) |
-De watertemperatuur is een tweede reden om bij warm weer het water dagelijks te verversen, eventueel zelfs twee keer per dag.
|
*Waterleidingen aanleggen:
-Het aansluiten van een zelfdrinkbak op een waterleiding is onderhoudsarm. -Een leiding is lastig te graven zonder zware machines en moet minimaal 80 centimeter diep worden gegraven om bevriezing te voorkomen. |
*Uit meren, beken en sloten drinken -In veel beken en sloten zit ook landbouwgif en meststoffen. Dat kan zorgen voor ziekmakende stoffen. - De gezonheidsdienst in Deventer kan wateronderzoek uitvoeren, zodat paardeneigenaren zeker weten dat het water geen schadelijke stoffen bevat. |
|
*Bronwater: -Een waterbron brengt kosten met zich mee (+/- € 2000, -.) -De kwaliteit van bronwater is niet gegarandeerd (beter). Ook bronwater kan ziekmakende stoffen bevatten. |