Zoönose
Wat is een zoonose?
Een zoönose is een infectieziekte die van dier op mens wordt overgedragen.
Zoönose zijn vaak “diersoort” specifiek, wat inhoudt dat bijvoorbeeld een varken andere bacteriën, virussen, parasieten en schimmels overbrengt dan een paard. De meeste diersoorten kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waar mensen ziek van kunnen worden. Denk aan landbouwhuisdieren (kippen, varkens, koeien, geiten, schapen, paarden), wilde dieren (bijvoorbeeld hazen, wilde zwijnen, muizen en ratten) en huisdieren (honden, katten). Q- koorts is een bekend voorbeeld van een zoönose.
Hoe kun je een zoonose oplopen?
De verschillende manieren waarop je een zoönose kunt oplopen zijn:
- Eten of drinken van besmet voedsel of water.
- (In)direct contact met geïnfecteerde dieren.
- Direct contact met besmet dierlijk materiaal (abortusmateriaal of mest).
- Inademen van ziekteverwekkers (via stofdeeltjes in of buiten de stal).
Mogelijke ziekteverwekkers bij paarden
De meerderheid van de mogelijk besmettelijke ziekteverwekkers die voorkomen bij paarden in Nederland vormt geen daadwerkelijk risico voor de volksgezondheid. Uit onderzoek (mei 2014) blijkt dat het risico dat ziektekiemen overgaan van paard naar mens relatief klein is. Ondank dat het risico vrij klein is doen de onderzoekers drie aanbevelingen:
- Mensen met een verlaagde afweer moeten enigszins terughoudend zijn bij de omgang met paarden en dan voornamelijk veulens.
- Je moet goed je handen wassen na contact met paarden.
- Vermijd indien mogelijk contact met zieke paarden.
Ook mensen met bepaalde (paarden)beroepen wordt aangeraden extra voorzichtig te zijn. Denk aan: Sectiezaalmedewerkers, slachterijmedewerkers en dierenartsen.
Paarden en het Corona virus
Paarden coronavirus is niet besmettelijk voor mensen of andere diersoorten
|
Bij veel diersoorten inclusief de mens komen allerlei typen coronavirussen voor. In principe zijn die verschillende typen coronavirussen diersoort-specifiek en blijven dus doorgaans bij hun ‘"eigen" diersoort. Bij het paard hebben we al een aantal jaar het ECoV = Equine Corona Virus (equine is een Engels woord voor paard). Dit virus komt voor bij veulens met- en zonder diarree en soms ook bij volwassen paarden. Het kan koorts, gebrek aan eetlust, (soms) lichte koliek, diarree of slappe mest geven. Dit virustype is niet besmettelijk voor andere diersoorten en ook niet voor de mens. Het ECoV verspreid zich wel snel onder paarden, omdat het voor paarden onderling heel besmettelijk is en een korte incubatietijd kent (= tijd tussen in contact komen met het virus en het krijgen van ziektesymptomen). Veel paarden hebben echter helemaal geen last van de infectie. Voor de paardenbezitter: De huidige coronavirusinfectie bij de mens (COVID-19) en het coronavirus bij het paard (ECoV) behoren dus wel tot dezelfde virusgroep, maar hebben in praktijk helemaal niets met elkaar te maken. De mens wordt (voor zover nu bekend) niet ziek van het paarden-coronavirus en het paard wordt niet ziek van de mensen-coronavirussen. |
Vijf tips voor jou en je paard in Corona tijd |
|
|
|
|
|
Maatregelen
Hieronder enkele maatregelen die genomen kunnen worden om te kans op zoönose te verkleinen:
Maatregelen
|
|
**Zie regels Arbocatalogus agrarische en groene sectoren**
Bekende zoonose
Twee bekende ziektes die overgedragen worden van paard op mens zijn: Schimmel en Salmonella. Schimmelinfecties zijn een veelvoorkomende oorzaak van huidaandoeningen bij het paard. Schimmels zijn sterker dan virussen of bacteriën en kunnen overleven zonder op het paard te zitten. Zowel van schimmel als van Salmonella kan een paard flink last van hebben, maar de mens ook.
*Schimmel:
Schimmel wordt in de volksmond ook wel “ringworm” genoemd (terwijl het niets met wormen te maken heeft). Er zijn verschillende huidschimmels die problemen bij paarden kunnen veroorzaken. De schimmel tast de oppervlakkige lagen van de huid en vacht aan. De schimmel besmet vooral de haarzakjes of krijgt toegang via kleine wondjes of schaafplekken.
Schimmels komen vooral voor in de herfst- en wintermaanden (vanwege het vochtige klimaat). Paarden die het meest vatbaar zijn voor schimmels zijn paarden met een zwak afweersysteem. Ook zijn jonge paarden vaak gevoeliger voor schimmels dan oudere paarden (weerstand).
Heeft een paard een schimmelinfectie, dan bestaat de kans dat je die als mens ook oploopt. De kenmerken van huidschimmel zijn zowel bij paarden als mensen bijna gelijk, namelijk:
- Ronde, grijsachtige, schilferige plekken die zich uitbreiden.
- Op meerdere plaatsen tegelijk ontstaan kringen (cirkels).
- Bij mensen jeuken de plekken en bij paarden meestal niet.
Huidschimmel komt op alle plekken van het lichaam voor, maar het vaakst op de plaatsen waar het hoofdstel en zadel zitten. Dit omdat hier wrijving kan ontstaan (kleine schuurplekjes) en daar kan de schimmel eenvoudig de huid binnendringen.
*Oorzaak:
De meest voorkomende schimmel heeft het paard als natuurlijke gastheer. Dat wil zeggen dat schimmelsporen vaak bij paarden aanwezig zijn op de huid zonder letsel te veroorzaken. Het zijn de omstandigheden die zorgen voor een infectie. Oorzaken van schimmel zijn o.a.:
- Vochtig en warm klimaat.
- Slechte hygiëne.
- Te vaak wassen.
- Combinatie met eventuele andere huidaandoeningen.
- Besmette dieren in de omgeving.
*Symptomen:
De tijd tussen de besmetting en de eerste zichtbare symptomen is ongeveer een tot vijf weken. Huidschimmel is te herkennen aan kleine, schilferige, ronde bultjes in de huid met opstaande haren en korstjes. De huid die is aangetast ziet er schilferig en grijs uit, de plekken verspreiden zich snel over het lichaam.
*Besmetting:
Huidschimmel is besmettelijk en overdraagbaar op mens en dier. Paarden gaan er niet dood van, maar er moet heel zorgvuldig mee om worden gegaan. Besmetting vindt plaats door direct contact tussen paarden en paarden, paarden en mensen of paarden en andere huisdieren. Ook kan besmetting indirect plaatsvinden via borstels, voerbakken, tuig, zadels, stallen, caps, etc.
Het vervelende is dat de schimmel onder gunstige omstandigheden meer dan een half jaar lang kan overleven. Zeker in stallen of op maneges is het soms lastig om deze infectie volledig uit te roeien.
Daarnaast zijn sommige paarden alleen “drager”, maar vertonen daardoor geen ziekteverschijnselen. Als een paard eenmaal huidschimmel heeft gehad, krijgen ze het vaak niet nog een keer want er is dan genoeg weerstand opgebouwd. Een paard waarbij huidschimmel is vastgesteld houd je bij voorkeur apart, zodat hij geen direct contact met andere paarden kan hebben. Poets of scheer besmette paarden niet!
*Behandeling:
Huidschimmel kan vanzelf genezen, want de huid herstelt binnen 1 tot 3 maanden. Maar vanwege de hoge besmettelijkheid voor mens en paard is het noodzakelijk paarden te behandelen. Dit door het paard te wassen met een schimmeldodend middel zoals Imaverol (alleen te verkrijgen via de dierenarts).
Herhaling van de behandeling is belangrijk omdat in één behandeling lang niet alle schimmels worden gedood. Naast het wassen van het paard moet ook de omgeving worden behandeld. Dekens, borstels, zadel en hoofdstel kunnen ook met Imaverol worden behandeld. De stal kan gereinigd worden met water en soda of met chloor.
*Preventie:
Een goede weerstand is in eerste instantie van groot belang bij het voorkomen van schimmelinfecties. Daarnaast kunnen de volgende maatregelen de kans op schimmelinfecties voorkomen:
- Goede hygiëne.
- Vermijd contact met andere paarden wanneer een paard al geïnfecteerd is.
- Zet indien mogelijk het paard apart om de besmettingskans te verkleinen.
- Zorg voor goede ventilatie.
- Was regelmatig de dekens, sjabrakken, borstels en het tuig.
- Gebruik zo min mogelijk andermans spullen (borstels, sjabrakken, dekens, etc.).
- Na contact met besmette dieren handen wassen en andere kleren aantrekken.
Tot slot kan een paard worden gevaccineerd. Dit kan zinvol zijn als het paard in een stal staat waar schimmel regelmatig voorkomt.
Salmonella
Zo'n vijf tot tien procent van alle paarden is besmet met de Salmonellabacterie (darmbacterie). Veel paarden dragen deze bacterie mee in het darmkanaal. Salmonella kan ook mensen ziek maken en wordt daarom ook beschouwd als eeen zoonose. Een infectie met de salmonellabacterie verloopt altijd oraal, ze nemen de bacterie dus via de mond op. Besmette paarden worden drager en scheiden de bacteriën uit met de mest.
*Oorzaak:
Salmonellabacteriën kunnen een paard erg ziek maken, zeker bij een slechte weerstand of veel stress komt de bacterie tot uiting en gaat zich vermenigvuldigen. Naast een slechte weerstand of veel stress ontstaat deze bacterie ook door:
- Hoge omgevingstemperatuur
- Antibiotica
- Verandering in dieet
- Zand in het maagdarmkanaal
- Wormentomen
*Symptomen:
Niet alle paarden worden ziek, er zijn heel veel dragers die geen symptomen laten zien. Veelal verloopt deze ziekte symptoomloos en na enkele maanden (soms jaren) zijn de bacteriën doorgaans vanzelf uit het darmkanaal verdwenen. De ziekte kan dus vanzelf en symptoomloos genezen.
Maar is er sprake van een verzwakte weerstand, worminfecties, een slechte voedingstoestand, koliek of een andere vorm van stress dan kan deze bacterie ineens opspelen. Vaak gaat dit gepaard met hoge koorts, hevige diarree (vaak met bloed) en bloedvergiftiging. Paarden zijn acuut ziek en sterven soms binnen 1 á 3 dagen al aan deze bacterie.
Mensen met een lage weerstand kunnen ook last krijgen van deze bacterie. Er zijn maar heel weinig bewezen gevallen waarbij een paard daarbij de schuldige is. Bij mensen leidt besmetting ook tot buikpijn en diarree.
*Behandeling:
Een ernstige salmonella-infectie kan voor verzwakte mensen en paarden fataal zijn. Was daarom altijd je handen als je bij een paard bent geweest of de stal hebt uitgemest. Zeker als je daarna gaat eten, want er is geen specifiek medicijn tegen salmonella.
Paarden die ziek zijn geworden worden behandeld aan de hand van de symptomen die er op dat moment zijn à pijnstilling, koortsremmers, maagdarmbeschermers, vochtinfusen en antibiotica.
*Preventie:
Er is geen specifiek medicijn tegen salmonella en het is ook niet echt 100% te voorkomen. Zorgen voor een optimale weerstand bij het paard in combinatie met uiterste hygiëne zal de kans op salmonella verlagen.
Keurmerk zoonose
Zoönose zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders geconfronteerd met de vraag “welke risico’s brengen zoönose met zich mee voor bezoekers”.
Om aan te tonen dat een (hippisch)bedrijf maatregelen neemt om zoönose te voorkomen en de kans op besmetting te beperken bestaat er het GD Keurmerk Zoönose.
In drie stappen naar het Keurmerk Zoönose:
1. Checklist invullen met uw dierenarts:Met het invullen van de checklist wordt in beeld gebracht waar zich eventueel de risico’s bevinden op mogelijk voorkomende zoönose. |
2. Score door GD:Nadat de ingevulde checklist is verzonden naar de GD ontvangt u een score over uw zoönosepreventie. Samen met de dierenarts ga je als bedrijf aan de slag met de punten die nog kunnen worden verbeterd. |
3. Keurmerk:Bij een score van 70% op het algemene deel en 60% of meer bij de overige onderdelen is een bedrijf “zoönose verantwoord”. Er wordt dan een keurmerk uitgereikt en ieder jaar zal de dierenarts opnieuw toetsen of het bedrijf nog steeds voldoet aan alle gestelde eisen. |