Krachtvoeders

Ruwvoer is het belangrijkste onderdeel van het dieet van een paard. Daarnaast kun je nog aanvullend een krachtvoer voeren, als het paard deze behoefte heeft. We noemen krachtvoer dan ook wel een aanvullend voeder.

De reden waarom je krachtvoer bij zou voeren aan je paard kan heel erg verschillen. Zo hebben paarden die hoog in de sport lopen vaak een extra energiebehoefte, maar bijvoorbeeld merries in dracht, dekhengsten of jonge groeiende paarden hebben ook wat extra’s nodig. Afhankelijk van deze behoefte ga je bepalen hoeveel je een paard van een aanvullend voeder gaat geven. Hoe je dit doet, wordt behandeld in Voeding 2.

We gaan nu kijken wat krachtvoer precies is en waaruit het bestaat.


Soorten krachtvoer

Alle krachtvoeders die we kennen zijn onder te verdelen in één van de drie krachtvoercategorieën, namelijk brok, muesli of granenmix. Wat de verschillen tussen deze producten zijn lees je hieronder.

Brok
Brok is het meest gevoerde krachtvoer. Het productieproces van brok en muesli is vrijwel gelijk. Om een brok te maken worden echter de grondstoffen gemalen in plaats van dat ze intact blijven. Hierdoor kunnen dezelfde grondstoffen in een kleinere brok geperst worden. Dit doen ze door onder andere melasse of een olie toe te voegen, waardoor de gemalen grondstoffen aan elkaar blijven plakken. De brok neemt ten opzichte van de muesli dan ook minder ruimte in. Een brok is voor een paard sneller te verteren. Het paard kauwt minder op de brokken en slikt deze sneller door.

Niveau 3 en 4
Als we brok met muesli vergelijken, zien we dat 1 voerschep brok ongeveer 1kg weegt en 1 voerschep muesli ongeveer 0,75 kg weegt. Voor brokken geldt daarom ook dat er minder opslagruimte nodig is en dat je in verhouding minder kunt voeren om dezelfde hoeveelheid energie aan je paard te geven. Door de bewerking van brok is deze ook langer houdbaar en kan deze bijvoorbeeld in een silo worden opgeslagen.


Muesli
Een muesli bestaat uit dezelfde grondstoffen als brok, maar bij een muesli zijn deze nog als grondstof te herkennen. Ze zijn dus niet stukgemalen. Dit zorgt ervoor dat je kunt zien wat je voert. Omdat muesli nog uit de hele grondstoffen bestaat moeten paarden beter en langer kauwen. Hierdoor produceren ze meer speeksel dan bij het eten van brok.

De granen die in de muesli zitten zijn bewerkt. Dit betekent dat ze zijn gepeld, geplet of gemalen. Hierdoor kunnen de granen beter opgenomen worden in het lichaam.

 In veel gevallen worden er kruidenmengsels en oliën toegevoegd aan muesli’s om het lekkerder te laten ruiken. De paarden vinden dit lekker, maar dit is in de meeste gevallen vooral voor de eigenaar. De muesli die het lekkerste ruikt, wordt in de meeste gevallen het eerst gekozen door de eigenaar!


Granenmix
De granenmix is het minst gevoerde krachtvoer. In tegenstelling tot de muesli zijn de granen in deze mix niet bewerkt en dus nog helemaal puur. Dit is voor sommige mensen de reden om juist de granenmix te voeren, maar hier zitten ook nadelen aan.

Niveau 3 en 4
Het enige graan dat het paard zelf kan afbreken in het spijsverteringskanaal is haver. Alle andere granen die in de granenmix zitten worden niet of nauwelijks afgebroken door het paard en het paard kan hier dus ook niet de benodigde voedingsstoffen uithalen. Als je naar de mest kijkt van paarden die granenmix gevoerd krijgen, zal je zien dat daar nog veel hele graankorrels in terug te vinden zijn.
Granen hebben een scheve verhouding qua mineralen. Wanneer het paard alleen granen bijgevoerd krijgt, kunnen tekorten ontstaan in belangrijke mineralen. Om deze reden worden er vaak mineraalbrokjes toegevoegd aan granenmixen en muesli’s.



Grondstoffen van krachtvoeders

Haver
Haver staat bekend als ‘heetmaker’ voor paarden. Paarden zouden op haver fel reageren en heel heet en energiek worden. Toch levert haver in verhouding tot de andere granen maar relatief weinig energie. Hoe komt het dat paarden dan toch fel reageren op dit graan? Haver is als enige graan direct afbreekbaar voor het paard. De schil om haver is maar heel dun en het paard kan deze zelf breken door het kauwen en het maagzuur. Onder de schil vind je de graan zelf, deze bestaat voor het grootste deel uit zetmeel. Zetmeel wordt door het paard opgenomen en omgezet in enkelvoudige suikers die door de spieren gebruikt worden voor energie.

Niveau 3 en 4
Doordat haver zo makkelijk afbreekbaar is en de zetmeel van haver zo makkelijk op te nemen en om te zetten is door het paard, wordt de energie die haver levert heel snel vrijgemaakt. Dit zorgt voor een feller en actiever paard! Zodra dit zetmeel en de suikers zijn uitgewerkt is dit echter ook weer weg.
Niveau 4 
Haver heeft een calcium-fosfor verhouding van ongeveer 1:3. Er zit dus drie keer zoveel fosfor in haver als calcium. De gewenste verhouding voor het paard is 2:1. Als het paard dus alleen haver bijgevoerd krijgt, dan ontstaat er een onbalans in deze mineralen. Om het rantsoen beter te balanceren kan het beter gecombineerd worden met een calciumrijk voedingsmiddel, zoals luzerne.


Gerst
Gerst wordt steeds meer in paardenvoer gebruikt, omdat het heel veel energie bevat. De bast is dunner en het zetmeelgehalte is hoger dan in haver. Gerst kun je in verschillende variaties voeren: de hele korrel, gemalen, geplet en gepoft.

Niveau 3 en 4
Het zetmeel in gerst heeft een andere structuur dan bijvoorbeeld haver. Waar haver heel snel verteerbaar zetmeel heeft, heeft gerst juist een zetmeel dat heel langzaam verteerbaar is. Dit kun
je versnellen door het gerst geplet of gevlokt te voeren. Het paard kan dan sneller bij het zetmeel om de vertering te starten. De hele korrel voeren kan ook, maar dan moet je deze eerst weken in warm water. Dit maakt de schil zachter en dus makkelijker verteerbaar. Door de langzame vertering van gerst komt ook de energie langzaam vrij. Dit maakt gerst heel geschikt voor sporten die lang duren, zoals endurance, eventing en mennen.
Niveau 4
Omdat ook gerst een scheve verhouding heeft qua calcium/fosfor is het verstandig om het te combineren met een calciumrijk voedingsmiddel. Dit geldt alleen als gerst als individueel graan gevoerd wordt. In een granenmix of muesli is vaak een mineralenbrok toegevoegd om dit verschil te balanceren.


Tarwe 
Tarwe is een graan dat je terugvindt in de verschillende mengvoeders. Je kunt tarwe niet als zelfstandig graan voeren, omdat het klontert in de maag. Dit zorgt voor verstoppingen in de maag en darmen. In een mengvoer vind je tarwe in verschillende varianten terug. Zo heb je de hele korrel, maar ook geplet, gevlokt of gepoft wordt veel gebruikt. De tarwekorrel zelf is heel eenzijdig, het bestaat voornamelijk uit zetmeel en heeft maar weinig mineralen. Hierdoor is het noodzakelijk om nog andere grondstoffen bij te voeren.


Niveau 4
De mineralen die er zijn, zijn in veel gevallen uit evenwicht. Zo is bij tarwe de verhouding tussen calcium en fosfor ongeveer 1:5. Qua energiegehalte ligt tarwe tussen haver en gerst in.
Een tarweproduct dat veel gezien en gevoerd wordt zijn tarwezemelen. Dit is een afvalproduct van de verwerking van tarwe en bestaat uit de velletjes van de tarwekorrel. Zemelen worden nat gevoerd en stimuleren de darmbewegingen. Afhankelijk van de verschillende toevoegingen die voerproducenten aan tarwezemelen doen, ontstaan verschillende slobbers voor verschillende doeleinden.


Spelt 
Spelt is een graan dat nog niet vaak gezien wordt in paardenvoer, maar wel super in opmars is. In de komende jaren zal je dus waarschijnlijk steeds vaker spelt terugvinden in het paardenvoer. Spelt wordt in tegenstelling tot de andere granen nog weinig verbouwd en is daardoor ook weinig veranderd in samenstelling. Dit zorgt ervoor dat spelt nog vitaminen en mineralen bevat die de andere granen niet hebben. Daarnaast bevat de schil van spelt meer vezels en oliën die de darmwerking stimuleren. Spelt kun je als zelfstandig graan voeren, maar je moet dan wel letten op de verschillende verhoudingen mineralen. Net als bij de andere granen is deze scheef en zal dus aangevuld moeten worden. 


Mais 
Mais kan in heel veel verschillende vormen gevoerd worden, zo is er de gewone maiskorrel, geplette, gebroken en gepofte mais, snijmais, maisbrok en maismeel. In de meeste gevallen voeren we mais als korrel, geplet, gebroken of gepoft. Het zetmeel in mais is anders dan in andere granen. Het paard kan dit minder goed verteren. Door middel van een hittebehandeling wordt het zetmeel in mais beter verteerbaar. De gepofte mais is om die reden het beste te verteren voor het paard.


Niveau 3 en 4
De geplette en gebroken variant volgt qua verteerbaarheid daarna. Doordat de schil van de mais is opgebroken, kunnen de enzymen van het paard beter bij het zetmeel dat afgebroken moet worden. De schil zelf is voor het paard vrijwel niet af te breken. Hele maiskorrels voeren heeft dan ook weinig tot geen effect.
                             
De maiskorrel en de verschillende behandelingen daarvan worden onder krachtvoeders gerekend. Echter, snijmais valt onder ruwvoeders! Doordat snijmais niet alleen de korrel, maar ook de hele plant bevat heeft dit in verhouding veel meer vezels. Deze snijmais wordt hierdoor veel gevoerd als dikmaker voor paarden.

Je paard moet rustig wennen aan het eten van snijmais. Door het inkuilen heeft het een zure geur, niet alle paarden willen dit meteen eten. Daarnaast heeft snijmais een hogere suikerwaarde, als je hiervan te veel in één keer geeft zonder dat het paard dit kent is de kans op maagdarmproblemen groot.


Sojabonen
Sojabonen worden vaak toegevoegd aan muesli’s. Sojabonen bevatten veel eiwitten en hele gezonde olie. Deze olie bevat veel vetoplosbare vitamines, wat van sojabonen een gewilde toevoeging maakt. Sojabonen moeten wel verhit worden voordat je ze voert, omdat ze ook enkele schadelijk stoffen bevatten. Je zult dus meestal getoaste of gepofte sojabonen zien.

Niveau 3 en 4
Naast sojabonen kun je op de etiketten van voerzakken ook andere variaties van soja herkennen. Wanneer de sojabonen verwerkt worden om sojaolie te verkrijgen, blijven er een aantal afvalproducten achter die ook aan het paard gevoerd kunnen worden. Na het winnen van de olie blijft er sojaschoot over, dit bevat nog veel eiwitten en kan dus prima gevoerd worden. Wanneer er uit het schroot ook nog het eiwit gewonnen wordt blijven er sojaschillen of sojahullen over. Dit is alleen nog de schil. Deze zijn dus eiwit- en vetarm, maar wel nog heel vezelrijk. Om deze reden kan het dus een aanvulling zijn op je krachtvoeder.


Olie
Olie kan om verschillende redenen toegevoegd worden aan het krachtvoer. In producten als luzerne wordt olie toegevoegd om de eiwitrijke, maar hele fijne bladeren te binden in het product. In muesli’s vind je vaak olie terug om het product er voedzamer uit te laten zien.

Olie kan op twee manieren worden ingezet in het rantsoen van het paard.

  • Voor de gezondheid (haarkleed en darmen)
  • Energiebehoefte

Er zijn veel verschillende oliën die je kunt voeren aan je paard:

  • Lijnzaadolie
  • Sojaolie
  • Zonnebloemolie
  • Maisolie
  • Olijfolie

Welke olie je voert maakt niet heel veel uit, mits je het voert als supplement. Lijnzaad-, soja- en maisolie worden over het algemeen het lekkerste gevonden. Wil je olie bijvoeren als energiebron dan kun je beter kiezen voor lijnzaad of sojaolie. Deze oliën bevatten meer opgeloste vitaminen dan de andere en is daarom beter geschikt in grotere hoeveelheden.

Om problemen in het maagdarmkanaal te voorkomen, met name in de blinde en dikke darm is het verstandig om de hoeveelheid vet in het gehele rantsoen (ruw- en krachtvoer samen) niet boven de 6% uit te laten komen.

Niveau 3 en 4
Ten eerste is olie heel geschikt als supplement om de gezondheid van je paard te verbeteren. Een scheutje olie over het voer kan al veel verschil laten zien in bijvoorbeeld de kwaliteit van het haarkleed van het paard. Olie staat bekend om het feit dat ze paarden laten glimmen, maar daarnaast heeft het ook goede kwaliteiten voor het maagdarmkanaal. Vooral paarden die op een zandpaddock of kale weide staan en regelmatig zandkoliek hebben, kunnen baat hebben bij een scheut olie over het voer. De olie bindt voor een gedeelte aan het zand dat in de darm ligt en neemt dat met de darmwerking mee naar buiten.

Naast de functie als supplement kan olie ook een ‘groot’ gedeelte van het rantsoen van het paard invullen. Dit gaat dan natuurlijk niet om de hoeveelheid olie die groot is, maar wel om de energie die olie kan leveren. Vooral in de lange duursporten zoals endurance en eventing is het goed om je paard op basis van vet te voeren in plaats van koolhydraten. Uit vet haalt een paard 2,5 keer meer energie dan uit dezelfde hoeveelheid koolhydraten! Omdat het paard wat meer moeite moet doen om vet af te breken en om te zetten is dit langzame energie, deze komt dus langzaam vrij en geeft geen energiestoot maar een lange energie-adem. Naast deze twee functies is het toevoegen van olie aan het dieet van het paard ook goed voor paarden die insulineresistent zijn, snel last hebben van maagdarmproblemen of paarden die moeten aankomen.
Niveau 4
Als supplement is ongeveer 20 ml voldoende om resultaat te zien. Wil je olie gebruiken als extra energiebron, dan kun je opbouwen tot ongeveer 400 ml. Doe dit wel heel langzaam! Paarden moeten vaak aan de smaak wennen, maar ook het maagdarmkanaal moet zich aanpassen aan deze andere manier van verteren. Wil je een grote hoeveelheid olie voeren dan is het handiger om dit te mengen met een muesli of nog beter met een ruwvoerproduct zoals luzerne.

Wanneer je zelf grote hoeveelheden olie gaat toevoegen aan het rantsoen van het paard is het belangrijk ook goed te kijken naar de hoeveelheden vitamine E en Selenium. Deze twee stoffen zijn namelijk nodig om de hoeveelheid olie goed te kunnen verteren. Wanneer er een tekort ontstaat aan deze twee stoffen zullen de toegevoegde oliën niet of nauwelijks opgenomen worden. Naast zelf extra olie toevoegen kun je ook kiezen voor een krachtvoer waar al extra olie in verwerkt is, dit kun je zien aan het percentage ruw vet op het etiket. Bij deze krachtvoeders is er al rekening gehouden met de balans tussen de hoeveelheid olie, vitamine E en Selenium.


Melasse
Melasse is een restproduct van de productie van suikerbieten. De restproducten daaruit zijn melasse en bietenpulp. Hierbij bestaat de bietenpulp voornamelijk uit vezels en bevat melasse nog veel suiker.

Melasse wordt veel gebruikt als bindmiddel voor brokken. Het product ziet er uit als schenkstroop. Suikerpercentage kan variëren van 1 tot 7%. Deze grote hoeveelheid suiker zorgt voor een hele zoete smaak en maakt dat paarden het heel erg lekker vinden.

Niveau 3 en 4
In Nederland heeft melasse een beetje een slechte naam door de grote hoeveelheid suiker, maar in landen als Engeland wordt het bijgevoerd zoals een olie. Melasse is door de hoeveelheid suiker niet geschikt voor paarden die op een suikerarm dieet staan, omdat ze bijvoorbeeld insulineresistent zijn. Voor paarden die hoog in de sport lopen, en dan met name de korte inspanningssporten zoals reining en springen, kunnen de extra suikers prima gebruiken en omzetten naar energie.


Overig
De grondstoffen (eerder behandeld in dit hoofdstuk) zijn in de meeste gevallen terug te vinden op de etiketten van de verschillende krachtvoeders. Ook in brokken zullen (een aantal van) deze grondstoffen verwerkt zitten. De grondstoffen die hieronder benoemd worden vind je niet terug in de brok, maar wel in de muesli en in sommige gevallen in de granenmix.

Luzerne
Luzerne als ruwvoerproduct is eerder al besproken. Door luzerne toe te voegen aan het krachtvoer moet het paard beter kauwen, zal het meer speeksel produceren en zal het gehele maagdarmstelsel daarvan profiteren.

Daarnaast heeft luzerne een scheve calcium/fosfaat verhouding (4:1). Muesli’s bestaan voor het grootste gedeelte uit granen. Afhankelijk van de graansoort is ook hier de verhouding scheef, maar dan met de nadruk op fosfaat. Door deze twee grondstoffen (graan en luzerne) te combineren wordt de verhouding calcium/fosfaat weer beter passend bij de behoefte van het paard.

Mineralen en vitaminebrok
Omdat geen enkele grondstof precies de juiste hoeveelheid mineralen en vitaminen bevat die een paard nodig heeft, worden er vaak extra mineralen en vitaminen toegevoegd in de vorm van een brokje.

Niveau 3 en 4
Hierbij wordt specifiek gekeken naar de behoefte van de specifieke doelgroep. De toevoeging voor een voer geschikt voor een drachtige merrie zal een andere samenstelling hebben dan de toevoeging voor een sportpaard. Bij een aantal granenmixen wil dit brokje nog wel eens ontbreken. Als deze niet toegevoegd is, mag je het voer niet voeren als zijnde een volledig aanvullend voeder. Het paard kan hier namelijk niet alle voedingsstoffen uithalen die het nodig heeft. Wil je een dergelijke granenmix toch voeren, zal je zelf een vitamine en mineralen supplement moeten toevoegen. Is dit brokje wel terug te vinden, dan geldt dit wel als volledig aanvullend voer.


Wortel
Gedroogde wortel wordt vaak toegevoegd aan muesli’s. Natuurlijk vindt je paard het heel lekker en is het ook gezond voor je paard. Echter, de belangrijkste reden waarom wortel wordt toegevoegd aan het voer is om het een extra smakelijke uitstraling te geven. De verschillende kleuren en geuren zorgen ervoor dat een eigenaar het voer sneller koopt dan de variant waar dit niet aan toegevoegd is.

Erwten
Erwten bevatten veel eiwitten en worden om die reden in gedroogde vorm toegevoegd aan paardenvoer. Deze erwtenvlokken zijn gestoomd, zodat de voedingsstoffen makkelijk beschikbaar zijn. Daarnaast heeft het eenzelfde functie als de gedroogde wortel. Door de verschillende kleuren ziet het voer er extra smakelijk uit en wordt het sneller gekocht door de eigenaar.

Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl