Opdrachten

Onderstaand worden de verschillende opdrachten per onderwerp en niveau weergeven. 

Opdracht: spijsvertering

In groepen gaan jullie een poster maken over het spijsverteringskanaal van het paard. Zoek afbeeldingen of teken de onderdelen van het spijsverteringsstelsel. Per onderdeel beschrijf je de naam en de functie van het onderdeel. Deze posters worden in de volgende les gebruikt bij het nabespreken van de opdracht en de lesstof. De opdracht voeren jullie uit in groepjes van 3 à 4 personen. De informatie die jullie nodig hebben op jullie poster verzamel je uit het voorgaande hoofdstuk, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les. De docent geeft aan of dit in 1 of 2 lessen afgerond moet worden. De postervellen en de benodigdheden om de poster te maken krijg je van de docent.  

Niveau 3 In tweetallen gaan jullie een poster maken over het spijsverteringskanaal van het paard. Het is de bedoeling dat je een tekening maakt van het spijsverteringskanaal, zet hierbij de onderdelen in de juiste volgorde, benoem per onderdeel, de naam, functie en belangrijkste punten. Probeer met de tekening zoveel mogelijk de verhoudingen van het maagdarmkanaal aan te houden. De maag is bijvoorbeeld lang niet zo groot als de blinde darm, etc. Je mag de afbeeldingen uit het hoofdstuk gebruiken als voorbeeld, maar deze neem je niet direct over. De informatie die jullie nodig hebben op jullie poster verzamel je uit het voorgaande hoofdstuk, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les. De docent geeft aan of dit in 1 of 2 lessen afgerond moet worden. De postervellen en de benodigdheden om de poster te maken krijg je van de docent.

Niveau 4 In tweetallen gaan jullie een poster maken over het spijsverteringskanaal van het paard. Het is de bedoeling dat je een tekening maakt van het spijsverteringskanaal, zet hierbij de onderdelen in de juiste volgorde, benoem per onderdeel, de naam, functie en belangrijkste punten. Probeer met je tekening zoveel mogelijk de verhoudingen van het maagdarmkanaal aan te houden. De maag is bijvoorbeeld lang niet zo groot als de blinde darm, etc. Je mag de afbeeldingen uit het hoofdstuk gebruiken als voorbeeld, maar deze neem je niet direct over. De informatie die jullie nodig hebben op jullie poster verzamel je uit het voorgaande hoofdstuk, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les. De docent geeft aan of dit in 1 of 2 lessen afgerond moet worden. De postervellen en de benodigdheden om de poster te maken krijg je van de docent. Om een paard goed te kunnen voeren is het belangrijk te weten wat er tussen mond en mest gebeurt met het voer. Geef hier een beschrijving van en neem alle onderdelen van het spijsverteringskanaal mee.

Opdracht: gras

 In tweetallen gaan jullie een herbarium maken over de verschillende soorten grassen en onkruiden. Jullie mogen zelf weten hoe jullie het herbarium vormgeven, dit mag door middel van een poster, verslag, PowerPoint etc.

In deze les gaan we alvast een begin maken met het herbarium. We gaan informatie opzoeken over de verschillende grassoorten waarover we het vandaag in de les gehad hebben. Van elk grassoort, zoek je de onderstaande punten op:

• Afbeelding
• Naam
• Kenmerken

De informatie die jullie nodig hebben verzamel je uit het moduulboek, aantekeningen van de les, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les. De docent geeft aan of dit in 1 of 2 lessen afgerond moet worden.

Niveau 3 In tweetallen gaan jullie achterhalen uit welke grassoorten een wei bestaat. Hiervoor maak je een foto van een wei. Dit mag de wei zijn waar je paard op staat, de wei van het stagebedrijf, de wei van de pensionstalling etc. Jullie mogen zelf weten hoe jullie de opdracht vormgeven, dit mag door middel van een poster, verslag, PowerPoint etc. Beschrijf vervolgens de onderstaande punten: Welke grassoorten zie je? Per grassoort voeg je een afbeelding met naam toe Per grassoort beschrijf je de kenmerken De informatie die jullie nodig hebben verzamel je uit het moduulboek, aantekeningen van de les, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les.

Niveau 4 In tweetallen gaan jullie een advies schrijven voor een paardenhouder. De paardenhouder wil het weiland opnieuw laten inzaaien met verschillende soorten gras. Het weiland moet het hele jaar door gebruikt worden, want er komt een groep jonge paarden op te staan. De ondergrond van het weiland bestaat uit klei. Beschrijf in het advies welke grassoorten jullie de paardenhouder aanraden en waarom. Geef daarnaast ook per grassoort aan, wat de naam is van het grassoort, hoe het grassoort eruit ziet door middel van een afbeelding en wat de kenmerken zijn.

Opdracht: herbarium

In tweetallen gaan jullie een herbarium maken over de verschillende soorten grassen en onkruiden. Jullie mogen zelf weten hoe jullie het herbarium vormgeven, dit mag door middel van een poster, verslag, PowerPoint etc.

De vorige les hebben we gewerkt aan de verschillende grassoorten, vandaag gaan we aan de slag met de verschillende onkruidsoorten.

In het herbarium ga je van elk onkruidsoort dat we in de les hebben besproken, de onderstaande punten zoeken:

• Afbeelding
• Naam
• Kenmerken
• Giftig of niet?
• Hoe te bestrijden?

De herbariums gaan we aan het einde van deze les of in de volgende les bespreken.

De informatie die jullie nodig hebben verzamel je uit het moduulboek, aantekeningen van de les, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les. De docent geeft aan of dit in 1 of 2 lessen afgerond moet worden.

Niveau 3 Je gaat individueel een herbarium maken over verschillende giftige planten. Op welke manier het herbarium wordt vormgegeven mag je zelf weten, dit mag door middel van een poster, verslag, PowerPoint etc. In het herbarium ga je in ieder geval van elk onkruidsoort dat we in de les hebben besproken, de onderstaande punten uitzoeken: Afbeelding Naam Kenmerken Giftig of niet? Hoe te bestrijden? Vervolgens zoeken jullie nog van 5 plantensoorten de bovenstaande punten uit. De informatie die jullie nodig hebben verzamel je uit het moduulboek, aantekeningen van de les, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les.

Niveau 4 Je gaat individueel een herbarium maken over verschillende giftige planten. Op welke manier het herbarium wordt vormgegeven mag je zelf weten, dit mag door middel van een poster, verslag, PowerPoint etc. In het herbarium ga je in ieder geval van elk onkruidsoort dat we in de les hebben besproken, de onderstaande punten uitzoeken: Afbeelding Naam Kenmerken Giftig of niet? Hoe te bestrijden? Vervolgens zoeken jullie nog van 5 plantensoorten de bovenstaande punten uit. Ook zoek je van elke plant uit waaraan je kunt herkennen dat het paard ziek is. Wat zijn de symptomen? Wat moet je doen met het zieke paard? Wat zijn de stappen die je moet ondernemen? Is er een dierenarts nodig of niet? De informatie die jullie nodig hebben verzamel je uit het moduulboek, aantekeningen van de les, internetbronnen en artikelen. De opdracht mag je uitvoeren in de les.

Opdracht: ruwvoeders

Je krijgt een aantal verschillende monsters van verschillende ruwvoeders te zien. Bekijk en beoordeel deze monsters, vul onderstaand schema in en beantwoord de vragen.

Welk monster zou je zelf willen voeren aan je paard? Leg je antwoord uit.

Niveau 3 Je krijgt een aantal verschillende monsters van verschillende ruwvoeders te zien. Bekijk en beoordeel deze monsters, vul onderstaand schema in en beantwoord de vragen. Welk monster zou je zelf willen voeren aan je paard? Leg je antwoord uit. Welk monster bevat volgens jou de meeste voedingswaarde? Leg je antwoord uit.

Niveau 4 Je krijgt een aantal verschillende monsters van verschillende ruwvoeders te zien. Bekijk en beoordeel deze monsters, vul onderstaand schema in en beantwoord de vragen. Welk monster zou je zelf willen voeren aan je paard? Leg je antwoord uit. Welk monster bevat volgens jou de meeste voedingswaarde? Leg je antwoord uit. Waarom zou je luzerne voeren aan een paard en waar moet je op letten? Waarom zou je snijmais voeren aan een paard en waar moet je op letten? Waarom zou je bietenpulp voeren aan een paard en waar moet je op letten?

Opdracht: voerkaart

Je hebt nu veel gelezen en gehoord over de verschillende ingrediënten die je terug kunt vinden in paardenvoeders. In deze opdrachten ga je oefenen in het herkennen van de verschillende bouwstoffen. Je mag hier natuurlijk je boek bij gebruiken, maar ook op zoek gaan via het internet naar goede plaatjes om je te helpen.

Voerkaart 1
In groepen van 3 of 4 krijgen jullie twee zakjes muesli en één zakje granenmix. Noteer de grondstoffen van de zakjes. Vervolgens gaan jullie een digitale voerkaart maken. Jullie kunnen gebruik maken van onderstaande tabel. Vul de tabel met je groepje in en maak gebruik van de grondstoffen die je al genoteerd hebt.

Voerkaart 2
In groepen van 3 of 4 krijgen jullie potjes met voer te zien. Noteer de nummers van de potjes en bespreek met je groepje welk voer er in de potjes zit. Schrijf vervolgens achter de nummers welk voer jullie denken dat het is. Het groepje met de meeste goede antwoorden heeft gewonnen.   

Niveau 3 Je hebt nu veel gelezen en gehoord over de verschillende ingrediënten die je terug kunt vinden in paardenvoeders. In deze opdrachten ga je oefenen in het herkennen van de verschillende bouwstoffen. Je mag hier natuurlijk je boek bij gebruiken, maar ook op zoek gaan via het internet naar goede plaatjes om je te helpen. 1. Je krijgt van de docent een handje granenmix of muesli. Aan de hand van het etiket van het betreffende voer ga je analyseren welke granen en toevoegingen je kunt herkennen. Sorteer de verschillende ingrediënten in aparte stapeltjes. Bekijk het etiket en benoem de verschillende ingrediënten. Laat de docent controleren 2. Je krijgt van de docent een handje granenmix of muesli. Je gaat analyseren welke granen en toevoegingen je herkent. Sorteer de verschillende ingrediënten in aparte stapeltjes. Overleg samen en benoem de verschillende ingrediënten. Bekijk nu de verschillende voeretiketten. Welk etiket hoort bij jullie voer?

Niveau 4 Je hebt nu veel gelezen en gehoord over de verschillende ingrediënten die je terug kunt vinden in paardenvoeders. In deze opdrachten ga je oefenen in het herkennen van de verschillende bouwstoffen. Je mag hier natuurlijk je boek bij gebruiken, maar ook op zoek gaan via het internet naar goede plaatjes om je te helpen. 1. Je krijgt van de docent een handje granenmix of muesli. Aan de hand van het etiket van het betreffende voer ga je analyseren welke granen en toevoegingen je kunt herkennen. Sorteer de verschillende ingrediënten in aparte stapeltjes. Bekijk het etiket en benoem de verschillende ingrediënten. Laat de docent controleren 2. Je krijgt van de docent een handje granenmix of muesli. Je gaat analyseren welke granen en toevoegingen je herkent. Sorteer de verschillende ingrediënten in aparte stapeltjes. Overleg samen en benoem de verschillende ingrediënten. Bekijk nu de verschillende voeretiketten. Welk etiket hoort bij jullie voer? 3. Maak van de verschillende ingrediënten een digitale voerkaart (vul aan met ingrediënten die niet in het voer aanwezig zijn). Doe dit doormiddel van een tabel (naam ingrediënt, foto, werking)

Opdracht: conditie bepalen

Deze opdracht doe je in tweetallen. Je krijgt per tweetal een aantal paarden toegewezen, deze paarden ga je beoordelen op hun conditie. Vul hiervoor onderstaand schema in.

Je scoort 4 punten bij elk paard, namelijk het hele paard, de hals, de romp en het kruis. Hierbij ga je eerst beschrijven wat je ziet en wat je opvalt bij dat paard (in het witte vlak) en vervolgens bepaal je samen welke score je vindt dat dat onderdeel hoort te krijgen (in de grijze balk). Als laatste bekijk je welke score het vaakst gegeven is voor dat paard en dat noteer je bij totaalscore in de tabel.

Niveau 3 en 4 Aanvulling voor niveau 3 / 4 (individueel): Maak foto’s van je eigen (verzorg)paard of van een paard op stage. Scoor dit paard aan de hand van het schema.

Naar boven