Berekenen rantsoen

Nu we weten wat het paard, dat we gebruikt hebben voor de berekeningen van voedingsbehoefte, nodig heeft aan voedingsstoffen, kunnen we verder naar de volgende stap. We moeten nu namelijk berekenen hoeveel voedingsstoffen er in het rantsoen van het paard zitten. We richten ons op dezelfde drie voedingsstoffen:

• EWpa: Deze waarde wordt samengesteld uit de koolhydraten en vetten in het voedingsmiddel. Vetten en koolhydraten worden gebruikt voor de energie die bijvoorbeeld voor arbeid nodig is.
• VREp: Deze waarde geeft de hoeveelheid eiwitten in het voedingsmiddel aan. Deze eiwitten worden gebruikt als bouwstenen in het lichaam.
• DS: De hoeveelheid droge stof is alles in het voedingsmiddel behalve water. De droge stof kan dus heel erg verschillen afhankelijk van de hoeveelheid water die in het voedingsmiddel zit.

Algemeen

Om het rantsoen overzichtelijk te berekenen, maken we ook hier gebruik van een tabel. Op de volgende pagina vind je hier een voorbeeld van. Deze tabel bestaat uit 3 stappen:

• Stap 1: Ruwvoer. Ruwvoer is, als het goed is, het grootste gedeelte van het rantsoen van het paard. Om deze reden beginnen we altijd met het in kaart brengen van de ruwvoeders. Je vult hier alle ruwvoeders in, in sommige gevallen is dit er maar één en in sommige gevallen zijn dit er meerdere.
• Stap 2: Krachtvoer. Krachtvoer of aanvullend voer wordt niet altijd gevoerd. Als dit gevoerd wordt is het altijd in kleinere hoeveelheden dan het ruwvoer. Je vult hier alle krachtvoeders in. In sommige gevallen is dit er maar één en in sommige gevallen zijn dit er meerdere.
• Stap 3: Optellen. We willen een overzicht van het totale rantsoen per dag. Van alle voedingsmiddelen worden dus de waardes EWpa, VREp en DS opgeteld.

Om de stappen goed te doorlopen, gaan we weer uit van een casus. De merrie uit hoofdstuk 3 krijgt het volgende rantsoen per dag te eten:

De gegevens die we nodig hebben voor het invullen van de tabel vind je in het tabellenboek. Alle waardes van de voedingsmiddelen zijn voor 1 kg weergegeven!

Stap 1 - Ruwvoer

Op bladzijde 56 t/m 62 van het Tabellenboek (2013 versie) of op bladzijde 44 t/m 50 (2016 versie) vind je verschillende ruwvoeders voor paarden. Per voedingsmiddel is er een tabel weergegeven met een heleboel gegevens. Om de tabel in te vullen rekenen wij met de kolom ‘Geh. in product Gem’. Deze kolom geeft de gemiddelde waardes aan die in het product zitten. De overige drie kolommen geven de waardes in de droge stof aan. Het tabellenboek gaat altijd uit van één kg. Omdat wij één kg product voeren aan ons paard en niet één kg droge stof, rekenen wij dus met de waardes uit het product.

Let er op dat de waardes in het tabellenboek per kg worden weergegeven. Als het rantsoen meer dan één kg van het voedingsmiddel bevat moet je deze dus vermenigvuldigen met de hoeveelheid waarin het voedingsmiddel gevoerd wordt.

Als we gaan kijken naar de casus, dan vullen we bij deze stap de waardes voor het grashooi en de graskuil in. Dit zijn in dit geval de enige ruwvoeders die gevoerd worden.

Stap 2 - Krachtvoer

De krachtvoeders vind je in het tabellenboek op bladzijde 68 (2013 versie) of 56 (2016 versie). Op bladzijde 63 t/m 67 (2013 versie) of 51 t/m 55 (2016 versie) vind je een aantal enkelvoudige voeders, waaronder ook nog een aantal krachtvoeders zoals haver, tarwe, gerst, etc.

Omdat dit om samengestelde voeders gaat, brok en muesli, kunnen we met alleen bladzijde 68 (2013 versie) of 56 (2016 versie) af. Ook hier zijn de waardes per kg weergegeven.

Voor deze casus vullen we onder deze stap de krachtvoeders brok en muesli in.

Stap 3 - Optellen

Als alle waardes op de juiste manier berekend en ingevuld zijn, dan kunnen ze opgeteld worden.

De waardes VREp en DS worden weergegeven in grammen. Dit noteer je achter de eindwaardes als deze zijn opgeteld. Voor EWpa geldt dit niet, omdat EWpa hier zelf de eenheid is.

Naar boven