Opdrachten

Onderstaand worden de verschillende opdrachten per onderwerp en niveau weergeven. 


Opdracht afkortingen voedingswaarde

Bij deze opdracht ga je in groepen van 3 a 4 aan de slag. Jullie gaan kaartjes maken die nodig zijn voor een spel. De benodigde spullen, om de kaartjes te kunnen maken, krijg je van de docent.

Op kaartjes moet het volgende komen te staan:

  • Voorkant: Afkorting van een voedingswaarde
  • Achterkant: Uitleg over de afkorting (eigen woorden)
  • Bespreek met je groepje wie wat gaat doen en verdeel de afkortingen

Als de kaartjes af zijn kunnen jullie starten met het spel. Het spel wordt uitgelegd in de les.


Opdracht voedingswaardes - ruwvoeders

Je gaat aan de slag met het boekje ‘Tabellenboek Voeding Paarden en Pony’s’. Je hebt nu een beeld van welke voedingsmiddelen je kunt terugvinden in dit boekje. Vul de verschillende voedingswaardes in voor de onderstaande voedingsmiddelen. Vul onderstaande tabel in, er is ook een werkblad beschikbaar. 


Opdracht voedingswaardes - krachtvoeders

Je gaat aan de slag met het boekje ‘Tabellenboek Voeding Paarden en Pony’s’. Je hebt nu een beeld van welke voedingsmiddelen je terug kunt vinden in dit boekje. Vul de verschillende voedingswaardes in voor de onderstaande voedingsmiddelen. Vul onderstaande tabel in, er is ook een werkblad beschikbaar. 


Niveau 3

Opdracht afkortingen voedingswaarde


Deze opdracht doe je in tweetallen. Jullie gaan aan de slag met het boekje: ‘CVB Tabellenboek Voeding – Paarden en Pony’s’. Jullie hebben nu een beeld welke voedingsmiddelen er terug te vinden zijn in dit boekje. Vul de verschillende voedingswaardes in voor de onderstaande voedingsmiddelen en beantwoord de vragen. Vul onderstaande tabel in, er is ook een werkblad beschikbaar.


Wat valt je op als je kijkt naar de waardes van de verschillende ruwvoeders? En wat als je naar de verschillende krachtvoeders kijkt?
 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Waar staat de waarde EWpa ook al weer voor? En wat geeft een hoge EWpa-waarde aan?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Zetmeel en suiker zijn koolhydraten. Zetmeel is minder slecht voor het paard dan suiker, waarom?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Suiker is een monosacharide. Wat betekent dit?  
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Niveau 4

Opdracht afkortingen voedingswaarde


Deze opdracht doe je in tweetallen. Jullie gaan aan de slag met het boekje: ‘CVB Tabellenboek Voeding – Paarden en Pony’s’. Jullie hebben nu een beeld welke voedingsmiddelen er terug te vinden zijn in dit boekje. Vul de verschillende voedingswaardes in voor de onderstaande voedingsmiddelen en beantwoord de vragen. Vul onderstaande tabel in, er is ook een werkblad beschikbaar.

Wat valt je op als je kijkt naar de waardes van de verschillende ruwvoeders? En wat als je naar de verschillende krachtvoeders kijkt?
 …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Waar staat de waarde EWpa ook al weer voor? En wat geeft een hoge EWpa-waarde aan?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Zetmeel en suiker zijn koolhydraten. Zetmeel is minder slecht voor het paard dan suiker, waarom?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Suiker is een monosacharide. Wat betekent dit?  
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Zetmeel is een polysacharide. Wat betekent dit?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Er zijn 4 verschillende soorten cellulose, welke zijn dat en welke is het beste verteerbaar voor het paard?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Stel je zou een pensionklant een advies over voeding moeten geven. Het paard van de pensionklant heeft voeding nodig waar veel energie uitgehaald kan worden. Welk ruwvoer en welk krachtvoer zal dan het meest geschikt zijn en waar let je dan op?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


Opdracht berekening voedingswaarde

In tweetallen gaan jullie van de onderstaande paarden de voedingsbehoefte berekenen:


Niveau 3

Opdracht berekening voedingswaarde


Individueel ga je van de onderstaande paarden de voedingsbehoefte berekenen:


Niveau 4

Opdracht berekening voedingswaarde


Individueel ga je van de onderstaande paarden de voedingsbehoefte berekenen:



Opdracht berekenen rantsoen

In tweetallen gaan jullie de onderstaande rantsoenen berekenen, jullie kiezen 2 voorbeelden.

Niveau 3

Opdracht berekenen rantsoen



Individueel ga je de onderstaande rantsoenen berekenen:

Niveau 4

Opdracht berekenen rantsoen


Individueel ga je werken aan onderstaande opdrachten:

Beantwoord voor elk van de onderstaande opdrachten de volgende vragen:
  • Wat is de voedingsbehoefte van dit paard?
  • Wat is de voedingswaarde van het rantsoen?
  • Is dit rantsoen geschikt voor dit paard? Wat zou je veranderen?
Opdracht 1:
Een warmbloed hengst (doet dekkingen) van 600 kg traint 1 uur matige arbeid per dag. Het rantsoen bestaat uit:
  • 4 kg grashooi (paarden, middel)
  • 6,4 kg basisbrok
Opdracht 2:
Een KWPN-merrie van 600 kg traint 2 uur per dag licht. Haar rantsoen is:
  • 3 kg sportbrok
  • 2 kg haver
  • 4 kg wortelen
  • 2 kg graskuil (paarden, fijn)
Opdracht 3:
Een Shetlander merrie van 200 kg eet 5 kg grashooi (paarden, grof). De merrie heeft een veulen van 3 maand oud.

Opdracht 4:
Een Oldenburger ruin van 600 kg traint 1 uur per dag in arbeidsklasse III. Het rantsoen is:
  • 8 kg graskuil (paarden, middel)
  • 3 kg sportmuesli
  • 2 kg haver
Opdracht 5:
Een Welsh merrie van 400 kg is 7 maand drachtig. Haar rantsoen bestaat uit:
  • 2 kg basismuesli
  • 9 kg graskuil (paarden, middel)


Opdracht Conclusie

Deze opdracht doe je individueel. Kies een paard uit op je stagebedrijf en doorloop de onderstaande stappen.

Stap 1 - Berekenen voedingsbehoefte
Bereken voor dit paard de voedingsbehoefte (berekenen voedingsbehoefte) door onderstaand schema in te vullen.


Stap 2 - Berekenen rantsoen
Ook bereken je voor het paard het rantsoen (berekenen rantsoen) en vul je onderstaand schema in.


Stap 3 – Gegevens samenvoegen 
Vervolgens vul je de tabel van conclusie in.


Niveau 3

Opdracht conclusie


Deze opdracht doe je individueel. Kies een paard uit op je stagebedrijf en doorloop de onderstaande stappen.

Stap 1 - Berekenen voedingsbehoefte
Bereken voor dit paard de voedingsbehoefte (berekenen voedingsbehoefte) door onderstaand schema in te vullen.



Stap 2 - Berekenen rantsoen
Ook bereken je voor het paard het rantsoen (berekenen rantsoen) en vul je onderstaand schema in.



Stap 3 – Gegevens samenvoegen 
Vervolgens vul je de tabel van conclusie in.

Stap 4 – Conclusie 
Schrijf een conclusie over wat af te lezen is in de tabel van de vorige pagina. Weet je niet meer wat je allemaal in een conclusie kan zetten? Kijk dan even terug naar het hoofdstuk ‘Conclusie en advies’.

Niveau 4

Opdracht Conclusie


Deze opdracht doe je individueel. Kies een paard uit op je stagebedrijf en doorloop de onderstaande stappen.

Stap 1 - Berekenen voedingsbehoefte
Bereken voor dit paard de voedingsbehoefte (berekenen voedingsbehoefte) door onderstaand schema in te vullen.



Stap 2 - Berekenen rantsoen
Ook bereken je voor het paard het rantsoen (berekenen rantsoen) en vul je onderstaand schema in.



Stap 3 – Gegevens samenvoegen 
Vervolgens vul je de tabel van conclusie in.

Stap 4 – Conclusie 
Schrijf een conclusie over wat af te lezen is in de tabel van de vorige pagina. Weet je niet meer wat je allemaal in een conclusie kan zetten? Kijk dan even terug naar het hoofdstuk ‘Conclusie en advies’.

Stap 5 – Advies
Geef een advies voor het voeren van het paard en betrek daar alles in wat je in de vorige stappen hebt berekend en geschreven.

Geef ook aan voor welke optie je kiest (zie onderstaand) en leg uit waarom.

  • Optie 1: We kunnen uitgaan van de voedingsmiddelen die nu al gevoerd worden en die aanpassen qua hoeveelheid.
  • Optie 2: Of we kunnen een aantal nu gebruikte voedingsmiddelen wisselen voor andere, beter passende voedingsmiddelen.

Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl