Opdrachten

Onderstaand worden de verschillende opdrachten per onderwerp en niveau weergeven. 


Opdracht vitaminen

Bij deze opdracht ga je in groepen van 3 à 4 personen aan de slag. Jullie gaan kaartjes maken die nodig zijn voor een spel. De benodigde spullen om de kaartjes te maken, krijg je van de docent.

Op de kaartjes moet het volgende komen te staan:

  • Voorkant: naam vitamine en soort (vetoplosbare of wateroplosbare)
  • Achterkant: functie en bronnen (eigen woorden)
  • Bespreek met je groepje wie wat gaat doen en verdeel de afkortingen


Als de kaartjes af zijn kunnen jullie starten met het spel. Het spel wordt uitgelegd in de les.


Opdracht mineralen

Bij deze opdracht ga je in groepen van 3 à 4 aan de slag. Jullie gaan een poster maken die jullie later aan elkaar gaan presenteren. De benodigde spullen, om de posters te maken, krijg je van de docent.

Op de poster moet het volgende komen te staan:

  • Naam mineraal en soort (macromineralen of micromineralen)
  • Functie
  • Bronnen

Bespreek met je groepje wie wat gaat doen en verdeel de afkortingen


Niveau 3 en 4

Opdracht vitaminen en mineralen


Bij deze opdracht ga je in groepen van 3 à 4 personen aan de slag. Jullie gaan kaartjes maken die nodig zijn voor een spel. De benodigde spullen om de kaartjes te maken, krijg je van de docent.
Op de kaartjes moet het volgende komen te staan:

  • Voorkant: naam vitamine en soort (vetoplosbare of wateroplosbare) of naam mineraal en soort (macromineralen of micromineralen)
  • Achterkant: functie, bronnen en tekort/overschot (eigen woorden)
  • Bespreek met je groepje wie wat gaat doen en verdeel de afkortingen
Als de kaartjes af zijn kunnen jullie starten met het spel. Het spel wordt uitgelegd in de les.


Opdracht rekenen met mineralen en vitaminen

Niveau 3
Lees onderstaande casus

Je stalgenoot vraagt je om een rantsoenberekening te maken voor haar paard. Ze is vooral heel erg benieuwd naar de verhouding van de mineralen daarin. Omdat ze behoorlijk zwaar met haar paard werkt, internationaal eventing, en het paard dus veel zweet, wil ze zeker weten dat hij hierdoor geen tekorten oploopt.
Het gaat om een KWPN ruin van 600 kg.

Het rantsoen bestaat uit:
- 8 kg middel grashooi;
- ’s morgens: 0,5 kg sportbrok gemengd met 0,5 kg sportmuesli en 0,5 kg luzerne;
- ’s middags: 1,5 kg luzerne gemengd met 1 kg sportbrok;
- ’s avonds: 1 kg sportmuesli gemengd met 0,5 kg luzerne.

Bereken de voedingsbehoefte en het rantsoen van dit paard. Is dit geschikt?
Niveau 4
Opdracht 1:
Een van de jonge hengsten is sinds kort goedgekeurd voor de dekdienst. Omdat dit meer energie vraagt dat het standaard werk dat hij daarvoor deed, moet het rantsoen opnieuw berekend worden. Dit is jouw taak.

Het gaat om een KWPN hengst van 500 kg. Hij is natuurlijk ook onder het zadel en wordt nu getraind op het niveau M-Z. Hij doet dit ongeveer 1,5 uur per dag. Hij dekt 1 keer per dag op het station.

Het rantsoen dat hij nu krijgt bestaat uit 2 kg basisbrok, 1 kg haver en 5 kg middel graskuil. Over de brokken krijgt hij gedurende de dag gekookt lijnzaad gevoerd, ongeveer 0,5 kg.
Bereken de voedingsbehoefte en het rantsoen voor dit paard. Zijn er tekorten? Wat zou je veranderen voor dit paard?


Opdracht 2:
Je gaat in deze casus de voedingsbehoefte en het rantsoen berekenen van een merrie met veulen. Je doet dit voor beide paarden, dus voor zowel merrie als veulen. Bij het berekenen van de voedingsbehoefte van het veulen gebruik je alleen hoofdstuk 8! Dus niet de overige tabellen in het boekje, ook niet tabel 1 voor onderhoud. Deze waardes zijn voor jonge paarden samengevoegd in de tabellen van 'speciale rantsoenen'!

Het gaat hier om een KWPN merrie met een veulen van 3 maand oud. De merrie weegt ongeveer 600 kg en de schatting is dat het veulen dit gewicht als volwassen paard ook gaat halen. Omdat je weet dat mineralen heel belangrijk zijn tijdens de groei van het veulen, ga je deze ook berekenen. Ook wil je weten of je merrie voldoende energie, eiwitten en mineralen krijgt om te voldoen aan haar behoefte en de melkgift.

De merrie is sinds kort weer licht opgepakt in het werk. Ze doet dagelijks een uurtje werk om weer in conditie te komen. Tot nu toe is dit alleen nog stap, draf en een klein beetje galopwerk om haar uithoudingsvermogen weer te vergroten.

Merrie en veulen krijgen samen gedurende de dag 16 kg grof graskuil in de ruif van de paddock. Je schat dat het veulen hiervan ongeveer 2 kg eet. Als de merrie gewerkt heeft krijgt ze haar merriebrokken (1,5 kg), zodat het veulen hier niet van mee eet. In de tijd dat de merrie werkt, krijgt het veulen al een beetje veulenbrokjes (0,5 kg).

1. Bereken de voedingsbehoefte van zowel merrie als veulen en bereken vervolgens het rantsoen.
2. Krijg je een volledig beeld? Past dit rantsoen bij de paarden, wat zou je veranderen?


Speciale rantsoenen

Bij deze opdracht ga je een advies schrijven voor een paard. Je mag uit de onderstaande soorten paarden kiezen:

  • Een te dik paard
  • Een te dun paard
  • Een sportpaard
  • Een drachtig paard

Zoek een afbeelding van het paard dat je gekozen hebt voor de opdracht. Vertel kort iets over het paard, denk aan de volgende punten: leeftijd, ras en arbeid.

Vervolgens ga je een advies geven, vertel iets over de volgende zaken: rantsoen, belangrijke mineralen/vitaminen, training, mogelijke aandoeningen.

Afhankelijk van het paard dat je gekozen hebt, beantwoord je de volgende vraag,
denk hierbij aan het rantsoen:

  • Waar moet je op letten? (een te dik of te dun paard)
  • Wat is belangrijk bij dracht / lactatie? (een drachtig paard) 
  • Wat is belangrijk bij sportprestaties? (een sportpaard)
Niveau 3
Opdracht 1:
Bij deze opdracht ga je een advies schrijven voor een paard. Je mag uit de onderstaande soorten paarden kiezen:
  • Een te dik paard
  • Een te dun paard
  • Een sportpaard
  • Een drachtig paard
Zoek een afbeelding van het paard dat je gekozen hebt voor de opdracht. Vertel kort iets over het paard, denk aan de volgende punten: leeftijd, ras en arbeid.
Vervolgens ga je een advies geven, vertel iets over de volgende zaken: rantsoen, belangrijke mineralen/vitaminen, training, mogelijke aandoeningen.
Afhankelijk van het paard dat je gekozen hebt, beantwoord je de volgende vraag,
denk hierbij aan het rantsoen:
  • Waar moet je op letten? (een te dik of te dun paard)
  • Wat is belangrijk bij dracht / lactatie? (een drachtig paard) 
  • Wat is belangrijk bij sportprestaties? (een sportpaard)

Opdracht 2:
Onderstaand vind je vier verschillende krachtvoeders. Deze krachtvoeders zijn alle vier passend in een ander speciaal rantsoen. Aan jou de taak om te achterhalen welk krachtvoer past bij welk speciaal rantsoen.

Bekijk de verschillende etiketten en streep aan wat je opvalt. Vul onderstaand schema in. Benoem per krachtvoer 2 punten die je passend vindt bij het door jou gekozen dieet.

Krachtvoer 1: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Krachtvoer 2: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Krachtvoer 3: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Krachtvoer 4: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………




Niveau 4
Opdracht 1:
Onderstaand vind je vier verschillende krachtvoeders. Deze krachtvoeders zijn alle vier passend in een ander speciaal rantsoen. Aan jou de taak om te achterhalen welk krachtvoer past bij welk speciaal rantsoen.

Bekijk de verschillende etiketten en streep aan wat je opvalt. Vul onderstaand schema in. Benoem per krachtvoer 2 punten die je passend vindt bij het door jou gekozen dieet.

Krachtvoer 1: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Krachtvoer 2: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Krachtvoer 3: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Krachtvoer 4: ……………………………………………………………………………………………
  1. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
  2. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………





Opdracht 2:
Lees de onderstaande voedingsschema’s van Jeroen Dubbeldam, Adelinde Cornelissen en Elaine Pen. Deze ruiters hebben een uitgebalanceerd rantsoen samengesteld voor hun paarden waar ze goed over nagedacht hebben. Jij gaat een vergelijkbaar artikel schrijven over het rantsoen van jouw paard of een paard in jouw omgeving. Gebruik hier bij de opmaak van de artikelen van Jeroen, Adelinde en Elaine.

Eisen aan het artikel:
  • Beschrijf het rantsoen dat jouw paard krijgt toebedeeld per voerbeurt/tijd.
  • Beschrijf jouw paard, zijn eigenschappen en werkzaamheden
  • Leg uit waarom jij kiest voor dit rantsoen en waarom je vindt dat dit de beste keus is voor jouw paard.


Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl