Gedragscategorieën

Spelgedrag

Voor veulens is spelgedrag heel belangrijk. Met spelen oefenen ze bewegingen zonder dat daar consequenties aan vast zitten. Denk bijvoorbeeld aan gedrag als vechten, vluchten, communiceren, intimideren en zelfs het vinden van voedsel en water. Spelgedrag is altijd gedrag dat afkomstig is uit andere gedragspatronen, zoals vechten en vluchten. Door goed te kijken naar subtiele signalen en houdingen van bijvoorbeeld ogen, oren, neus en spierspanning, kun je het verschil zien. 

Speelsheid stopt niet als een paard volwassen is. Volwassen paarden, mits ze daar de ruimte en omgeving voor krijgen, spelen net zo goed. Wel is er een verschil te zien tussen spelgedrag van merries en van ruinen/hengsten. Van nature zijn ruinen/hengsten meer geneigd te spelen dan merries, omdat ze daarmee groter en sterker worden. Maar dat betekent niet dat een merrie nooit speelt! 

Onze gedomesticeerde paarden spelen in verhouding tot wilde paarden meer. Een wild paard is 70% van de tijd bezig met voedsel vinden en waken voor roofdieren, hier blijft niet zoveel tijd over voor spelgedrag. Onze paarden krijgen onder andere hun eten kant en klaar aangeleverd en houden daarmee heel veel tijd over. Daarnaast zie je dat gedrag dat een tijd niet uitgevoerd kan worden, bijvoorbeeld doordat ze individueel op stal staan, daarna extra veel wordt uitgevoerd. Spelgedrag bij paarden die 24/7 buiten en bij elkaar staan, is dus minder dan bij paarden die maar een bepaalde periode van de dag hier de ruimte voor krijgen. 



Rust en comfortgedrag

Een paard rust ongeveer 8 uur per 24 uur. Dit is nooit 8 uur aaneengesloten, maar steeds een korte periode (maximaal 3 uur aaneengesloten). Rustgedrag is gedrag dat hier mee te maken heeft. Met rustgedrag zorgt een paard voor een stuk ontspanning door middel van slapen in verschillende stadia.

Het meeste rustgedrag zie je een paard staand doen. Je ziet dan een paard met een laaghangend hoofd, ontspannen gezichtsuitdrukking en een achterbeen op rust. Wanneer er voldoende veiligheid en rust is, zal een paard ook liggend rusten. Daarbij zie je ze voornamelijk rechtop liggen met de benen onder zich gevouwen en alleen bij echte diepe slaap zie je een paard op zijn zijkant liggen. Deze zijligging houden ze nooit heel lang aan.

Comfortgedrag heeft ook met ontspanning te maken, maar dan meer op een sociaal vlak. Met comfortgedrag nodigt een paard een ander uit, of wordt uitgenodigd, voor bijvoorbeeld een groomingsessie. Dit groomen van elkaar, krabbelen van elkaars schoft etc, zorgt voor een sterkere onderlinge band.

Naast dit sociale aspect bevat comfortgedrag ook gedrag waar ze zich ontspannen en veilig voor moeten voelen en dat te maken heeft met hun lichamelijke behoeftes. Dit is gedrag dat vervalt als een paard ineens onder stress of angst komt te staan. Denk bijvoorbeeld aan rollen om een kriebel weg te werken, maar ook mesten en urineren.




Angst- en vluchtgedrag

Een paard is van nature een vluchtdier. Dit houdt in dat angst en vluchten heel dicht onder het oppervlak liggen qua gedrag. Zodra een situatie niet helemaal wordt vertrouwd, zie je dat een paard dit soort gedrag gaat inzetten. Een paard kan dit gedrag in verschillende gradaties inzetten. Wanneer je goed leert kijken naar je paard dan kun je dit gedrag zien aankomen en dus voorkomen dat hij echt ‘op hol’ gaat. Het eerste wat je gaat merken wanneer een paard angstig wordt en denkt om te vluchten, is dat zijn houding en met name zijn spierspanning verandert. Hij gaat letterlijk op ‘scherp’ staan, zodat hij zo snel mogelijk kan wegrennen als het echt nodig blijkt te zijn. Daarnaast zie je ook een andere gezichtsuitdrukking op zijn gezicht als het gaat om angst. Denk bijvoorbeeld aan een opgetrokken neus, samengeknepen mondspleet, grote ogen (soms met wit zichtbaar) en strak gespitste oren.

Wanneer een paard niet in staat is om daadwerkelijk weg te komen uit de situatie die hem angst inboezemt, dan slaat vluchtgedrag om naar (angst)agressie. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarin hij iets heel eng vindt, maar de ruiter of begeleider hem blijft pushen, of doordat hij bijvoorbeeld vaststaat op een poets- of wasplaats, of in zijn eigen box. Het gedrag dat hij dan gaat laten zien, kan van alles zijn om maar uit die situatie te komen. Dit kan bijvoorbeeld steigeren, trappen, kappen met het voorbeen, bijten, rennen, aanvallen, etc. zijn. Dit gedrag is niet te verwarren met echte agressie!! De basis hierin is altijd angst!! 




Agressiegedrag

Agressie bij paarden komt niet zomaar voor. Een paard is een vluchtdier en zal er altijd voor willen zorgen dat hij dit kan doen. Een paard dat kreupel is doordat hij zelf agressief is geweest, kan niet vluchten en heeft daarmee een kleinere kans om te overleven.

Agressie bij paarden heeft dan ook altijd uit een goede reden!! Aan ons om die reden te achterhalen.

  • Dominantie/territoriaal

    Wanneer een paard geen duidelijkheid krijgt over grenzen en hoe hier mee om te gaan, dan gaan sommige paarden dit zelf invullen. Je ziet dan paarden die dominant zijn over hun eigenaar/ruiter en zelf besluiten wat ze wel en niet willen doen. Dit gedrag kan prima afgeleerd worden door middel van een goede trainer die consequent en duidelijk de nieuwe grenzen aangeeft. Maar wanneer deze paarden met harde hand getraind worden, dan is het risico dat deze paarden daar tegen in ‘gevecht’ gaan. Het gedrag dat dan wordt gezien, is een vorm van agressie. Deze vorm van agressie wordt vanuit het paard zelf ingezet en noemen we offensieve agressie.

  • Pijn/ziekte

    Door pijn of ziekte kan het gedrag van een paard ineens omslaan. Zo kan een normaal heel braaf paard ineens bijten of steigeren bij het zadelen en opstappen. Of kan het zijn dat je paard normaal heel erg geniet van een borstelbeurt en je hem nu niet meer kunt benaderen. Wanneer het gedrag van je paard ineens verandert, moet je altijd denken aan een lichamelijke oorzaak met pijn. Een controle door een dierenarts, fysiotherapeut, tandarts, etc., kan al voor heel veel verlichting zorgen.

  • Verveling

    Verveling is een term die paarden niet zozeer kennen, maar wij als mensen wel degelijk. ‘Verveling’ voor een paard heeft altijd te doen met het niet kunnen uitoefenen van zijn natuurlijke behoeftes. Denk hierbij aan onbeperkt ruwvoer eten, de hele dag kunnen bewegen en de hele dag mogelijkheid hebben tot sociaal contact. Wanneer een paard deze behoeftes chronisch niet kan bevredigen, dan kan het abnormaal gedrag ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan zijn stalondeugden, zoals weven en luchtzuigen, maar een paard kan ook agressief worden van deze manier van huisvesten.

  • Angst/trauma

    Zoals eerder al beschreven kan een paard ook agressief worden als het in een situatie zit waar het erg bang is, maar waar het niet uit kan komen. We noemen dit ook wel defensieve agressie, agressie ter verdediging van zichzelf. Deze paarden gaan in plaats van vluchten, vechten. Dit gedrag kan tijdelijk zijn en over zijn als de situatie over is, maar dit kan ook chronisch zijn en daarmee dus altijd zo zijn. Dit laatste komt vaak voort uit een trauma, een extreme situatie waarin het paard heel erg veel pijn of angst heeft ervaren.


Waakzaam- en territoriaalgedrag

Gedrag dat onder waakzaam en territoriaal gedrag valt, zijn gedragingen die te maken hebben met het onderhouden van de veiligheid. Dit gedrag zie je bij hengsten/ruinen in een kudde, maar ook rondom situaties die het paard spannend vindt. 

Dit gedrag is een alert gedrag, dat kan omslaan in ofwel vluchtgedrag dan wel in defensief of offensief agressie gedrag. Waakzaam gedrag slaat om naar vluchtgedrag, wanneer de situatie spannender wordt. Territoriaal gedrag kan bij provocatie omslaan naar een offensieve agressie

Naar boven
/var/www/bib-paardensport-en-houderij-aeresmbo.learningmatters.nl